Afbeelding

NiNSee | De slavernij is voorbij, maar dat verleden niet

Het  Nationaal Instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis, (NiNSee) houdt dit jaar een reeks bijeenkomsten waarin belangrijke momenten en thema’s in de lange weg omhoog worden onderzocht op hun betekenis voor de emancipatie van de Afro-Caraïbische gemeenschap en de invloed die ze tot op de dag van vandaag nog hebben. De bijeenkomsten worden gehouden onder het thema "De Lange Weg omhoog".

Ninsee is zeer verheugd om elk jaar de belangstelling te zien groeien voor de activiteiten rond het trans-Atlantische slavernijverleden. Elk jaar wordt het leed herdacht veroorzaakt door de slavernij en ook de afschaffing ervan gevierd. Dus het slavernijverleden is eindelijk erkend als wezensbestanddeel van de Nederlandse geschiedenis? Toch niet helemaal, want wat uit beeld blijft is de continuïteit van het ploeteren, achterstelling en discriminatie die de Afro-Caraïbische gemeenschap ná afschaffing van de slavernij nog lang bleven achtervolgen; tot op de dag van vandaag.

Doorwerking

Wat vaak vergeten wordt is dat toen in 1863 wettelijk werd erkend dat de slaafgemaakten vrijheid toekwam, zij helemaal niets hadden. Geen geld, geen huis, geen bedrijf. Zij werden bovendien nog steeds als minderen gezien, niet als partners. Ze hadden niets te verwachten van de overheid en de machtigen. Er was voor hen geen slachtofferhulp, begeleiding of therapie, geen uitkering, leerwerktraject of subsidie. Het enige wat zij hadden was hun kracht, de van hun voorouders verkregen wijsheid en levenskunst en de sterke wil om de weg omhoog in te slaan. En zij hébben zich omhoog gevochten en het nodige opgebouwd.

Nog steeds wordt er gezegd: ‘de slavernij is toch al lang afgeschaft, zullen we het verleden maar laten rusten?’ Dat standpunt is op zijn minst naïef. Om doorwerking van trauma’s en dramatische achterstelling te overwinnen, daar gaan generaties overheen en helemaal als de omgeving niet meewerkt. Het is belangrijk om tot ons door te laten dringen dat de doorwerking van het slavernijverleden al begon tijdens de slavernij, als directe inwerking op de slaafgemaakten. En dat iedere stap vooruit een zwaarbevochten overwinning was op de erfenis van dat verleden.

Het verhaal vanaf de eerste mensenroof in Afrika tot en met het heden met Zwarte Piet en institutioneel racisme is één verhaal. Het is een verhaal met vele stappen vooruit, maar ook met tegenslagen, stagnatie en nog immer onbegrip in de omgeving. Het is daarom tijd voor een herijking van de beoordeling van de doorwerking van de slavernij en koloniale tijd, als centraal thema van een nog onvoltooid emancipatieproces.

Belangrijke omissies

Overlevering en wetenschap over de doorwerking. Al sinds de afschaffing van de trans-Atlantische slavernij is de doorwerking van het slavernijverleden een belangrijk onderwerp in de Afro-Caraïbische gemeenschappen. Een centrale gedachte over het effect van het slavernij- en koloniaal verleden is dat het als kenmerkend wordt gezien voor het noodlot van de AfroCaraïbische mens. Zelfbeeld, verwachtingen van de omgeving en de interpretatie van allerlei problematiek worden sterk door die gedachte bepaald.

Aan de tijd van de slavernij worden uiteenlopende zaken als gezinsproblematiek, zwakke organisatievermogen en matig solidariteit toegeschreven. We kunnen dit noemen: de volkswetenschap over de doorwerking. En hoewel zulke kennis zeer serieus moet worden genomen, alleen al omdat ze in de beleving van velen een grote rol speelt, is het een groot manco dat er nog maar weinig wetenschappelijk onderzoek is gedaan naar de doorwerking van het slavernijverleden en de koloniale tijd. Een belangrijke omissie van de officiële wetenschapsbeoefening. Dit is een begin om serieus aandacht te vragen voor onderzoek naar de doorwerking van het slavernijverleden.


Nederland is 400 jaar lang een koloniale mogendheid geweest. Deze geschiedenis heeft binnen de Nederlandse cultuur diepe sporen achtergelaten. Het is gewoonweg onmogelijk om mensen in slavernij te houden en uit te buiten en hen tegelijkertijd als gelijkwaardig te zien. 

Overheersing veronderstelt superioriteitswaan, en die gaat diep in de poriën van een samenleving zitten.
Met de afschaffi ng van de slavernij zijn de vooroordelen, misverstanden en rationalisaties verbonden aan dat superioriteit denken natuurlijk niet in één klap verdwenen. Vormen van overgeërfd racisme en koloniaal denken zitten de Afro-Caraïbische gemeenschap nog steeds dwars en kunnen door andere Nederlanders die het willen zien, nog steeds teruggevonden worden. 

Nu is het niet zo dat iedere vorm van onwetendheid of ontkenning meteen als bewuste ‘racistische’ stellingname moet worden opgevat. Het gaat misschien wel juist vooral om nalatigheid, om een slapend geweten dat het verzuimt om het (onbewust) functioneren en klakkeloze overdracht van koloniaal denken aan te pakken. 

Duidelijk zichtbaar wordt die gewetensslapte in de publieke sfeer, als instanties waarvan het goede voorbeeld mag worden verwacht, het laten afweten. In de politiek, als een minister Suriname wegzet als ‘failed state’. In het onderwijs waar men gedwongen door de Nationale Canon nog maar schoorvoetend aandacht aan het slavernijverleden besteedt. En in de media, waar ontkenners van het belang van het slavernijverleden nog steeds ongebreideld kunnen dooremmeren. 


Een sterk onderbelichte fase in de gedeelde Afro-Caraïbische en Nederlandse geschiedenis is de periode na de wettelijke afschaffi ng van de slavernij in 1863. Dit moment markeerde een nieuwe fase in de strijd voor vrijheid en gelijkheid. Een loodzware fase, waar mensen die toch al niets hadden, direct werden geconfronteerd met het vervolg op de slavernij, namelijk de koloniale heerschappij en discriminatie.

En wat hield de vrijheid eigenlijk in, nu ze aan een hele groep tegelijk toeviel, dus niet meer als ‘gunst’ aan enkele individuen werd verleend? Het betekende dat de mogelijkheden voor zelfontplooiing en organisatie enorm toenamen, maar tegelijk riep dat verwarring op. Men moest opzoek naar een eigen identiteit, naar solidariteit, leiderschap en samenhang. Deze tijd is in veel opzichten bepalend geweest voor de vorming van de Afro-Caraïbische gemeenschappen en hun cultuur. Letterlijk alles wat een gemeenschap tot bloei brengt, moest worden opgebouwd, tegen de verdrukking in.

In die tijd is veel bereikt, maar zijn ook bittere ervaringen opgedaan die nog steeds een rol spelen in het zelfbeeld en de toekomstverwachtingen van de betrokkenen. Wie iets wil begrijpen van de doorwerking van het slavernijverleden en de huidige toestand van de Afro-Caraïbische gemeenschap, doet er goed aan de geschiedenis van deze gemeenschap te zien als een voortdurende strijd om die doorwerking terug te dringen. 


Bezoek voor diepgaande gesprekken over de voorgaande topics de volgende bijeenkomsten: 

NiNsee

Het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (NiNsee) is het kenniscentrum van het Nederlandse Trans-atlantische slavernijverleden en de erfenis daarvan.