Ontrafel de Verloren Afrikaanse Roots
We staan op de schouders van al onze voorouders; het is aan hun bestaan te danken dat wij hier nu zijn. We hebben twee ouders, vier grootouders, acht overgrootouders, en als je tien generaties teruggaat in de tijd zelfs meer dan duizend voorouders. We dragen onze voorouders niet alleen in spirituele zin bij ons, maar ook biologisch, want het DNA in elke cel van ons lichaam is opgebouwd uit stukken DNA van onze voorouders.
Welke stukken we erven van welke voorouder kan verschillen tussen broers en zussen, die daardoor ook van uiterlijk verschillen (behalve eeneiige tweelingen, die delen dan ook hetzelfde DNA). Ons DNA is een erfenis van onze voorouders, maar die erfenis wordt niet altijd eerlijk verdeeld. Iedereen heeft de helft het DNA van elk van zijn of haar ouders gekregen; gemiddeld is dan ook 25% afkomstig van elk van de vier grootouders; gemiddeld, want in de praktijk kan dit ook minder dan 20% of meer dan 30% zijn van één grootouder, het is een kansproces. Naarmate de generaties verder van het heden verwijderd zijn, wordt de hoeveelheid DNA die nog teruggevonden kan worden kleiner en kleiner. Totdat nog slechts één klein stukje DNA van een bepaalde voorouder overblijft bij de nakomeling; bij de volgende generatie is er vervolgens steeds een kans van 50% dat ook dat laatste stukje DNA verdwijnt. |
|
Als we tien generaties teruggaan in de tijd, hadden we allen ongeveer duizend voorouders; zij bestonden echt en als zij er niet waren geweest, dan waren wij hier nu ook niet. Maar in praktijk dragen wij van ongeveer de helft van hen geen enkel DNA meer bij ons. Met andere woorden: van de daadwerkelijke duizend voorouders zijn nog slechts vijfhonderd onze biologische voorouders, met de overige vijfhonderd is de biologische verwantschap niet alleen vervaagd, maar zelfs volledig verdwenen in de tijd. Bewoners van het Afrikaanse continent werden gedurende een periode van meerdere eeuwen tot slaaf gemaakt en verscheept naar de overkant van de Atlantische Oceaan; ruwweg zes tot twintig generaties geleden.
Over het algemeen zullen hun nazaten in deze tijd afstammen van vele honderden tot duizenden tot slaaf gemaakte Afrikaanse voorouders. Maar hun DNA zal nog van slechts enkele honderden van hen afkomstig zijn. Als de nazaten willen achterhalen wie (een deel van) hun voorouders waren en waar ze vandaan kwamen, dan is haast geboden. De oudste nog levende generatie draagt het meeste voorouderlijke DNA bij zich; als zij overlijden, verdwijnt met hen het DNA van de voorouders dat niet is doorgegeven aan de volgende generatie. Ook op het Afrikaanse continent staat de tijd ook niet stil; het DNA van de gedeelde voorouders zal ook daar verwateren en uiteindelijk verdwijnen.
Soms moet de tijd rijp zijn voor bepaalde ideeën. Toen ik Chemie studeerde aan de Hogeschool Zeeland in Vlissingen in de jaren nul, bedacht ik me dat DNA waarschijnlijk de enige manier is om de identiteit van mijn Afrikaanse voorouders te achterhalen. Maar de tijd was nog niet rijp. Ik wist niet genoeg over DNA en het doen van wetenschappelijk onderzoek.
DNA-technologie begon snel te ontwikkelen, maar het was nog niet klaar om op grote schaal het DNA volledig en nauwkeurig te meten. Nederland was nog niet klaar; het idee om het uiterlijk van de Pieten aan te passen werd weggelachen en de premier vond dat ‘de VOC-mentaliteit’ moest herleven. Ik geloof dat de tijd nu wel rijp is: de regering heeft excuses gemaakt en er is meer aandacht voor gruwelijkheden van het koloniale verleden, de technologie heeft hele grote stappen gemaakt en ook ik heb mij verder ontwikkeld als wetenschapper.
Ik vind dat de nazaten van Afrikanen het recht moeten hebben om een deel van de roots die hun zijn ontnomen terug te zoeken. Er zijn grenzen aan wat mogelijk zal zijn, zoals eerder geschetst is er veel tijd verstreken en kan DNA met de tijd verdwijnen. Maar om het DNA van de honderden voorouders die we nog wel bij ons dragen te kunnen plaatsen, is goed vergelijkingsmateriaal nodig. Daarvoor is DNA-onderzoek in Afrika nodig, en dan niet op het niveau van landen, de landsgrenzen van Afrika zijn namelijk in Europa uitgetekend en geven daarom een vertekend beeld. Bijvoorbeeld, alleen al in Ghana wonen onder andere: Ashanti, Fante, Akan, Ewe, Guang en Mole-Dagbon. De zoektocht moet zich in eerste instantie richten op het ontdekken van genetische verschillen tussen verschillende Afrikaanse volkeren. Deze verschillen kunnen dan uiteindelijk worden gebruikt om de diaspora inzichten te geven over de identiteit van hun voorouders.
Op dit moment is de diaspora aangewezen op commerciële DNA-testbedrijven waarvan de betrouwbaarheid van de resultaten zeer twijfelachtig is. Daarnaast geef je jouw genetisch materiaal uit handen en blijven de gegevens op de servers van deze bedrijven staan. Je hebt vervolgens weinig controle over wat er met de gegevens gebeurt; gegevens kunnen bijvoorbeeld worden doorverkocht, of servers kunnen worden gehackt.
Met mijn initiatief: Ontrafel de Verloren Afrikaanse Roots, wil ik uiteindelijk een betrouwbaarder alternatief zonder winstoogmerk ontwikkelen waarbij de genetische gegevens alleen in het bezit van de deelnemer blijven.
Om dit doel te bereiken is nog een lange weg te gaan; het zal zeker vijf jaar duren om het onderzoek uit te voeren en de test te ontwikkelen. De Nederlandse overheid is zoekende naar wat er moet komen "na de komma"; wat mij betreft moeten meer onderzoek en meer educatie zeker onderdeel van het antwoord zijn. Ontrafel de Verloren Afrikaanse Roots zal zich daarom ook richten op het betrekken van onze jeugd en het geven van kansen. De wetenschap wordt nog steeds gedomineerd door witte mannen; door nu kansen te geven aan jongeren, kunnen we de verhoudingen in de toekomst veranderen.