Afbeelding

Jeffrey Spalburg

Jeffrey Spalburg

‘Hoe persoonlijker, hoe beter.’ Jeffrey Spalburg over het schrijverschap

Jeffrey Spalburg is cabaretier, schrijver en regisseur. Al zijn voorstellingen en shows schrijft en maakt hij zelf. Twee jaar geleden debuteerde hij met mijn boek Ik Ben Jullie Meester. Daarin vertelt Jeffrey het familieverhaal van zijn vader, zichzelf en zijn zoon, tegen de achtergrond van de relatie tussen Nederland en Suriname. ‘Hoewel ik het slavernijverleden niet expliciet benoem, is de doorwerking ervan voelbaar in het verhaal. Dat was ook mijn bedoeling.’


Jeffrey is één van de gastdocenten die meewerkt aan de schrijfwedstrijd “Wanneer Griots Tori Vertellen”, van Stichting Bigi Bon en Afro Magazine.


Wat was de aanleiding om jouw boek te schrijven?

‘Het begon met een pijnlijke ervaring. Mijn zoon was acht jaar oud toen hij te horen kreeg: "Rot op naar je eigen land." Dat raakte me diep. Mijn vader kreeg exact dezelfde woorden naar zijn hoofd geslingerd toen hij vanuit Suriname hierheen kwam. Ik heb het zelf ook gehoord. En ik wil niet dat mijn zoon dat ook moet meemaken. Dit zette me aan het denken: ik moest mijn verhaal vertellen. Ik schreef het boek in de eerste plaats voor hem, zodat hij weet waar hij vandaan komt en hoe hij zijn identiteit met trots kan dragen.’

Wie hebben jou als schrijver beïnvloed?

‘Mijn invloeden zijn heel divers. Tijdens mijn schooltijd las ik Nederlandse schrijvers als Hubert Lampo en Willem Frederik Hermans, omdat dat moest voor mijn boekenlijst. Later ontdekte ik Amerikaanse auteurs zoals James Baldwin en Toni Morrison via mijn liefde voor hiphop. Daarnaast ben ik beïnvloed door Surinaamse grootheden zoals Edgar Cairo, Clark Accord en Tessa Leuwsha. En ik blijf leren en ontdekken. Op dit moment lees ik bijvoorbeeld werk van Paulo Coelho en Bernardine Evaristo.’

Dit jaar viert Suriname 50 jaar onafhankelijkheid. Heeft dat invloed op jouw werk?

‘Absoluut. Dit jubileumjaar verschijnen verschillende bundels met verhalen van mij. Mijn thema’s draaien vaak om identiteit, zwarte cultuur, immigratie en de rol van voorouders. Dat zijn onderwerpen waar je als schrijver van kleur bijna vanzelf mee geconfronteerd wordt en waar je niet omheen kunt.’

Wat wil je mensen met jouw werk meegeven?

‘De belangrijkste les die ik heb geleerd, en die ik graag doorgeef, is dat je moet uitgaan van je eigen kracht. Je bent een optelsom van alles wat je hebt meegemaakt op een specifiek moment. Dat maakt jouw verhaal uniek. En juist omdat het zo persoonlijk is, zullen veel mensen zich erin herkennen. Hoe persoonlijker, hoe beter.’


De schrijfwedstrijd “Wanneer Griots Tori Vertellen” wordt uitgevoerd met steun van het Nederlands Letterenfonds, voor jongeren uit de AfroNederlandse gemeenschap die het schrijversvak willen ontdekken. Stichting Bigi Bon nodigt jongeren uit om deel te nemen aan de schrijfwedstrijd ter ere van de Afrikaanse cultuur en de griottraditie.

Voor de lessen zijn als gasttrainers jonge en oudere schrijvers uit de Afrogemeenschap bereid gevonden het opkomend talent te helpen trainen: Schiavone Simson, Gerald en Steven Vreden, Cheriva Raisa Volney, Etchica Voorn, Augusto de Campos-Neto, Mo Hersi, Jeffrey Spalburg en Marvin Hokstam.De komende tijd worden zij allemaal hier gepresenteerd. 

Griots

Lees hier meer en schrijf je in.