Wittemanisme
Ik noem het wittemanisme. Die cluelessness van sommige witte mannen (en vrouwen) wanneer ze er heilig van overtuigd zijn dat ze mij als zwarte man kunnen uitleggen wie ik ben, hoe mijn gemeenschap in elkaar zit, wat onze problemen zijn en hoe die op te lossen.
En het giet mijn keelgaten uit.
Iedere keer wanneer ik moet aanhoren dat je mijn huidskleur niet ziet.
Iedere keer wanneer ik moet uitleggen waarom inclusie en diversiteit langs de gehele linie belangrijk zijn.
Of wanneer een universitair docent criminologie deze week een profiel schetst over het type jongens dat waarschijnlijk betrokken is geweest in de recente laffe moorden en hen “niet zo slim met een grote mond,” noemde. “Ze hebben ADHD, een grote mond en zijn opgevoed met slaag.”
Hij had het over onze kinderen.
We moeten ophouden de klakkeloze rotzooi die clueless witte mannen ons vertellen over onszelf, als zoete koek aan te nemen. We hebben onze eigen narratives; Iemand vertelde me deze week over hoe het eraan toe gaat in zijn gemeenschap; dat ze het woord “ouders” niet echt kennen, maar wel het woord “opvoeders”. Dat het dus niet alleen de taak van twee personen is om kinderen op te voeden, maar de taak van de hele gemeenschap. Ik vond dat mooi, want dat is wat ik weet dat we altijd al deden. Daar moeten we naartoe terug.
Want stom zijn onze kinderen niet en het gaat veel verder dan hun grote mond. En slaan we allemaal onze kinderen? Krijgen alleen kinderen van immigrantenouders pak slaag?
Ik gilde dit naar mijn computer terwijl ik het artikel las.
Een paar dagen geleden had ik het er met eentje over die aannam dat het probleem van de fatale geweldsdelicten in één sessie kon zijn opgelost. Ik zei dat je het probleem van ontsporende jongeren niet kan oplossen als je de oorzaak niet eerst onderkent.
“Het probleem ligt in hoe mensen in dit land gemarginaliseerd worden,” zei ik verveeld en er was een Engels scheldwoord vóór land. “Hoezo?,” reageerde hij verschrikt, dus ik vroeg hem wat hij vond van het museale besluit om de term “Gouden Eeuw” te droppen. “Mwaaahh ….,” begon hij met een gezicht dat me zei dat hij het er niet mee eens was, maar het wilde nuanceren.
Ik liet hem niet uitpraten. “Vind je zwarte piet kunnen?” “Eehhh …” begon hij weer, met een gezicht dat me zei dat hij die middenweg zocht die er in mijn optiek niet is.
Weer liet ik hem niet uitpraten. “Als je me op die twee vragen niet een duidelijk antwoord kan geven dan ga je nooit snappen wat de oorzaak is. Je vindt het niet leuk om te horen, maar het heeft allemaal met elkaar te maken.”
Ik wilde toen doorlopen, maar hij hield me tegen. “Kom op. Wat is de oorzaak nou?”
Ik legde hem toen in een tirade uit dat ik vond dat zolang jongeren wonen in een land waarin zij en hun ouders gemarginaliseerd worden en daardoor in een vicieuze cirkel van middelmatigheid blijven dwalen; zolang zij bewust op onderwijszijsporen gegidsd worden en hen geen echte kansen geboden worden om uit die middelmatigheid te klimmen; zolang hen het gevoel gegeven wordt dat hun huidskleur een karikatuur kan zijn en hun geschiedenis van vermeende minderwaardigheid ondergeschikt is aan die van de vermeende Nederlandse superioriteit en heldendom … zolang hen niet gevoel wordt gegeven dat ze ertoe doen, het kan gebeuren dat ze die erkenning en meerwaarde elders zullen zoeken. En dat kan in de criminaliteit zijn.
Hij was stil geworden van mijn uitbarsting. Ik had in mijn irritatie vast weer als een “boze zwarte man” geklonken.
Maar ik was er klaar mee en liep door. Ik ga niet maar blijven volwassen mensen opvoeden met simpele kennis en begrip die ik gewoon heb omdat ik de wereld niet alleen vanuit mijn perspectief heb leren bekijken. Hoe snap je dit niet?
Iedere keer wanneer ik je moet uitleggen dat mijn pijn ook pijn is.
Wanneer je niet snapt hoe beledigend het is voor zwarte mensen telkens wanneer je ons weer zegt dat men tijd nodig heeft om te wennen aan de verandering die ooit zal worden gebracht aan racistische tradities en taalgebruik die ons pijn doen.
Dat je denkt dat met een aankondiging “alleen roetveegpieten bij de landelijke intocht” het zwartepietendebat is beslecht.
Draagt bij aan het probleem dat je creëerde.
En onze kinderen zien dat. En het knaagt. Het Nederland van clueless witte mannen faalt onze kinderen.
Kom bij een pijnlijk gat als institutioneel racisme niet met een loszittend lapmiddel als een roetveegpiet.
Geef aan mensen die roepen om dignity, dat ook gewoon.
Kom bij ontsporende jongeren niet met stereotyperende, stigmatiserend beledigende uitleg, maar fix de dieperliggende oorzaak.
Houd op met dat overheersende wittemanisme waarin -zoals ik deze week ook meemaakte- er eerst gekeken wordt naar de mogelijke juridische repercussies van fouten toegeven. Vraag je niet af of sorry zeggen wel nodig is, maar doe het gewoon (moest ik deze week ook uitleggen). Fix de marginalisatie die je in stand houdt en geef gelijke kansen.
Daar roepen zwarte mensen al eeuwen om. Luister nou eens gewoon. Want dat moment dat we moe gaan worden, door gaan lopen en jou achterlaten met dat probleem dat jij creëerde, komt steeds dichterbij.
We gaan niet maar blijven volwassen mensen opvoeden met simpele kennis en begrip die we gewoon hebben omdat we de wereld niet alleen vanuit ons eigen perspectief hebben leren bekijken.
Marvin Hokstam
Marvin (HOX) Hokstam journalist, schrijver, educator, habituele dingen-op-hun-kop gooier en uitgever van AFRO Magazine.