Over de dinosaurus in de Tweede Kamer
Wat wil je ermee bereiken wanneer je per se een bepaald radioactief woord wilt gebruiken om mensen aan te duiden die niet (meer) zo genoemd willen worden? Is het een onderhuidse behoefte om mensen te marginaliseren? Om andere mensen ertoe te bewegen vast te blijven zitten in de drang om mensen te marginaliseren? Vraag ik me af bij het bericht dat Theo Hiddema van Forum voor Democratie het woord ‘n.g.r’ heeft gebruikt op de vloer van de Tweede Kamer.
De kranten schreven dat “hij de wenkbrauwen van politieke opponenten deed fronsen.” Niet de mijne. Hij kwam bij mij over als die oude racistische opa waar ik wel eens woorden mee heb, die zich van geen kwaad bewust is, omdat zijn ouwe opoe het woord ook gebruikte. Ik maak me eerder druk over een krant die hem zonder enige terughoudendheid citeert met hetzelfde woord waarvan ze weten dat het kwetst.
NIET doorvertellen he, maar ik heb eigenlijk ook een vervelende smaak bij de koto, het kostuum dat de zwarte Surinaamse vrouwen dragen op feestdagen. Het is een vormloos gewaad, compleet met ingebouwde bochel, dat de vrouw van de plantage-eigenaar creëerde om te verhullen hoe aantrekkelijk het lijf van de tot slaaf gemaakte Afrikaanse vrouwen wel niet was. Door het gewaad aan de zwarte vrouwen op te dringen, hoopten de plantage-eigenaarsvrouwen te voorkomen dat hun mannen zich tegoed deden aan de zwarte vrouwen die ze “bezaten”.
Het stoort me ergens dat dit gewaad een nationale klederdracht geworden is, maar ik begrijp het desalniettemin. De zwarte vrouwen maakten van de anyisa, de hoofddoek die bij de koto hoorde, een publiekelijk geheim communicatiemiddel waarmee ze de plantage-eigenaren konden omzeilen. En tegenwoordig is het een trotse kroon. Het vormeloze gewaad hebben ze versierd met kant en prachtige Afrikaanse stoffen.
Uit de vernedering die hen werd opgedrongen maakten ze iets moois; een subtiele overwinning.
Mijn wrang gevoel erbij is bitterzoet. Ik moet toegeven dat ik wel geniet van die prachtige nostalgie die van hen af straalt wanneer ze swingen op de tonen van een kaseko.
Zo ook mijn gevoel bij rapmuziek waarin het woord niggah wordt gebruikt (niet n.gg.r). De zwarte Amerikaanse gemeenschap verbasterde “n’gg.r, steeg boven de inherente belediging uit, en verhief het tot een warm woord dat van broederliefde spreekt.
N.gg.r daarentegen gebruiken ze zoals de witte man het ook gebruikte, om te beledigen.
Maar geen van beide -niggah en n.gg.r- zijn geaccepteerd als ze uit de mond van een witte man komen. Het doet dan diezelfde dienst die een rode lap doet bij een woeste stier. Ik ken genoeg gevallen van witte mannen die denken dat ze geaccepteerd zijn en dan een klap voor hun kop krijgen omdat ze dachten hun zwarte vrienden zo te mogen noemen.
Waarom zou je dat willen doen trouwens? Het woord n.gg.r heeft doordat het door racisten en plantage eigenaren gebruikt werd, een zware verfoeilijke lading gekregen. En niggah is een persoonlijke overwinning die zwarte mannen subtiel behaald hebben uit een woord waarmee ze gemarginaliseerd werden. Gun mensen hun overwinning. Je hoeft niet van alles deel te zijn en aan alles mee willen doen.
Nu het woord n.g.r. Het is een woord waarvan ik hoopte dat de taal het voorgoed zou hebben achtergelaten toen musea in 2015 aankondigden dat ze het niet meer gingen gebruiken. Het was niet al te lang geleden nog normaal om jezelf als n.g.r aan te duiden, maar doordat onbenulligen er te makkelijk smerige bijvoeglijke naamwoorden aan lieten voorafgaan (stinkende, vieze n.g.r) heb ik er persoonlijk een hekel aan gekregen. En met mij vele anderen.
Het is radioactief vind ik; zo’n ding dat je uitermate voorzichtig en met respect hanteert.
Dat een politicus die ook mij als onderdeel van deze multiculturele gemeenschap dient te vertegenwoordigen, niet op de hoogte schijnt te zijn van de nuances, en geheel voorbijgaat aan de gevoeligheden die het woord met zich meebrengt, vind ik beschamend.
Als je als witte man erop staat het te gebruiken dan ben je of een racist en bekommer je je niet om de pijn die je veroorzaakt, of je snapt een heleboel context niet die je denkt te snappen omdat je zwarte vrienden hebt.
Mijn advies: gewoon niet doen.
Mijn geruststelling bij oude achterhaalde opa’s als Hiddema? Dinosaurussen zijn niet van dit tijdperk. Alleen krijg ik de tijd die ik besteedde aan dit stuk niet terug.
Marvin Hokstam
Marvin (HOX) Hokstam journalist, schrijver, educator, habituele dingen-op-hun-kop gooier en uitgever van AFRO Magazine.