Mariam Lo Fo Wong artikel Kwasiba

Kwasiba

Mariam Lo Fo Wong schrijft voor het Memre project, waarmee we verhalen uit het verleden van de afro gemeenschap uit de vergetelheid  lichten en de narratief over de gemeenschap beïnvloeden. 

Met dank aan Ria Chin Kon Sung van de Stichting voor Surinaamse Genealogie voor haar enorme steun bij het stamboomonderzoek. Andrej Lo Fo Wong deed de research in Suriname. Foto Mariam: Jefren Mesa

Wat heb je nodig om in de archieven van ons verleden te duiken? Je houdt van dieken, je kunt goed incasseren, je hebt een grote koba om in te spugen of over te geven, je bent moedig en je voelt de bron van dankbaarheid naar onze voorouders. Belangrijk is dat je een intuïtieve kijk hebt op de feiten zodat je een stem kunt zijn voor wat niet gehoord is! 

Een van mijn voorouders was tot slaafgemaakt op plantage Margarethenburg in Nickerie.

Haar naam was Kwasiba.

Kwasiba was de overgrootmoeder van mijn oma Leonie, de moeder van mijn vader.

In het emancipatieregister zocht ik op de achternaam van mijn oma. Mijn hart maakte een sprongetje toen ik de naam Kwasiba Keller zag. Toch kon ik haar niet meteen linken aan de oma van mijn oma, Fanny Mimi. De feiten klopten (nog) niet. Dankzij mijn neef Andrej in Suriname was het gelukt de geboorteakte van Johanna, de moeder van mijn oma Leonie, te bemachtigen. Daarop stond duidelijk dat Fanny Mimi de moeder was van Johanna. Maar Fanny Mimi was niet te vinden in het slavernijregister, het emancipatieregister of het manumissieregister.  

Ik vroeg Ria Chin Kon Sung om hulp. Ria is redactielid van Wi Rutu, het halfjaarlijkse tijdschrift van de Stichting voor Surinaamse Genealogie. Ze is een "dieker": ze is  opmerkzaam en houdt ervan om vragen te stellen. Als kind was ze er een ster in om waardevolle informatie los te peuteren over haar familie. "Weten waar je vandaan komt, geeft kracht en inspiratie. Misschien een beetje zware gedachte, maar ik vind dat we het ook aan onze voorouders verplicht zijn iets van ons leven te maken", zegt zij.  

"Bingo! Ik heb haar gevonden! Met een zoekopdracht door de oude nummers van Wi Rutu, vond ik de geboorteaktes uit Nickerie. Fanny Mimi is de dochter van Kwasiba Keller en is geboren op 3 januari 1873. Ik heb ook de link met je voormoeder uit 1792", mailde Ria met uitroeptekens.

Bron: Wi Rutu juli 2015, Geboorteakten van het District Nickerie 1869-1880, Reggie en Nel den Os https://www.surinaamsegenealogie.nl/ 

Ik kreeg kippenvel. Het was fijn, boeiend en bijzonder. Maar de bevestiging voelde ook eng en triest.  

Mariam Lo Fo Wong Suriname

Foto Mariam: Peter Spiering

Wie was Kwasiba? 

Kwasiba was geboren in 1842. Haar geboortedatum stond niet genoteerd. Was het een zondag? In Ghana en Ivoorkust krijgen kinderen de naam van de dag van de week waarop ze zijn geboren. De naam Kwasiba hoort bij de geboortedag: zondag.

Welke orale vertellingen kreeg Kwasiba mee? Had ze een voorgevoel dat ze de laatste van onze bloedlijn zou zijn die de slavernij moest verduren? Heeft ze haar oma Amba gekend? Amba was pas veertien jaar toen ze beviel van haar enig kind, dochter Mimie, de moeder van Kwasiba. 

Wie zijn de vaders? Of waren het biologische verwekkers die kinderen verwekten door gruwelijk geweld? Voor economisch belang? Het administratiesysteem van de slavernij was onverbiddelijk: de tot slaafgemaakten werden geregistreerd op voornamen die je zelf niet als ouder zou geven en er werden geen namen van vaders opgeschreven.

Werd Kwasiba bewust moeder in 1873? Ze was rond de dertig jaar toen haar dochter Johanna werd geboren, de moeder van mijn oma. Het was het laatste jaar van de verplichte contractarbeidsperiode na de afschaffing van de slavernij. Had Kwasiba een liefdesrelatie? 

Werd er gesproken over haar overgrootmoeder Willemijntje? Wie had Willemijntje haar belachelijke oerhollandse naam gegeven met de betekenis "wilskrachtige beschermer"? Wie maakte Willemijntje zwanger op haar zestiende? Weet Kwasiba of Willemijntje tot slaaf was gemaakt bij haar geboorte? Of was ze gevangengenomen in Afrika? 


Archiefonderzoek: van het emancipatieregister terug in de tijd via de registratie van de slavernij

Index Suriname en Nederlandse Antillen: Register vrijverklaarde tot slaafgemaakten (Emancipatie 1863), borderel PE121, Kwasiba, vrouw, twintig jaar, beroep gebouwen, godsdienst Protestant, prive-slaaf Carbin. In de eerste mutatie in de slavernijregisters 1830-1863 staat dat Kwasiba geboren is in 1842, haar moeder was Mimie en de eigenaar Jan Baal. Volgens de tweede mutatie in de slavernijregisters werd Kwasiba op 4 maart 1861, inventarisnummer 38, folionummer 1754, verkocht. Verkoop aan: W. Carbin 5/24, L. Carbin 9/24. M.H.G. Brink geb. Carbin 5/24 en E.G. Carbin 5/24. Volgens de gouverneursresolutie van 6 maart 1861, nummer 14, werd er toestemming gegeven om o.a. Kwasiba te vervoeren naar Nickerie.

  • Kwasiba staat op de vervoerslijst met haar moeder Mimie, haar broer Hendrij en zusje Betje.
  • Van mensen die tot slaaf zijn gemaakt werden feiten geregistreerd.
  • De mutaties werden zorgvuldig genoteerd: aankoop, verkoop, waardevermindering.
  • Van de plantage-eigenaren zijn er wel geschreven verslagen.

Journaal der landdrost

"... In de jaren 1840 en 1841 blijkt dat het onrustig was op Margarethenburg. In 1840 liepen er drie slaven weg, die echter spoedig weer werden opgevangen. In 1841 was er een grootschaliger incident: Hebben zich elf slaven willekeurig van hunne plantage Margarethenburg verwijderd en zich vertoond aan de overzijde der rivier, waarop de zelve zijn afgehaald en in verzekerde bewaring genomen. Informatie ingewonnen zoo ten zijden van deze elf slaven als van hunne directeur administrateur; gebleken dat zij onwillig waren geweest eenige klein huiswerk te verrichten, op grond daarvan moedwillig hunne plantaadje hebben verlaten; zo zijn vier belhamels afgestraft en vervolgens naar hunnen plantage teruggezonden....”

"Op de koffieplantage Margarethenburg grenzend stroomopwaarts aan de suikerplantage Waterloo, stroomafwaarts aan lage niet ingepolderde kustlanden, werden 57 slaven vrijverklaard. Zij ontvingen de familienamen: Andrieszoon ; Arons ; Blijft ; Dikmoet ; Ekkoo ; Erfeld ; Garnaat ; Goedhart ; Goedwil ; Herder ; Houtman ; Keller ; Kontrakt ; Korter ; Kristie ; Mannedolf ; Middellijn ; Nibrac ; Opregt ; Parijs ; Prengel ; Rubens ; Spruit ; Sturker ; Veelloop en Wets. In totaal 26 familienamen op 57 slaven; veel familievorming had op de plantage niet plaatsgevonden." Bron: 1863 – emancipatie (database emancipatieregisters).

Het blijft zo bizar! Mensen gevangennemen, generaties ontmenselijken door ze te administreren als goederen in een inventaris. Degenen die het lukte om te vluchten uit hun ellendig bestaan "ophalen" alsof ze op vakantie zijn geweest? Ze als "belhamels" afstraffen. In 1863 een achternaam geven waar de nazaten het mee moeten doen!

Amba, de oma van Kwasiba, staat twee keer in de slavernijregisters, op de particuliere lijsten van Muller Johan Andreas. De tweede keer is haar naam doorgestreept. Ze leefde 46 jaar in slavernij.

De moeder van Amba is Willemijntje.

Op de lijst, folionummer 1131, inventarisnummer 14, staat de naam Willemijntje doorgestreept. Bij de naam van haar moeder staat: "onbekend". In de kolom "datum van aangiften der mutatien": 13 mei 1848. In de kolom "vermindering van de mutatien" als "extra aanwijzing": overleden.


Fajalobi artikel Kwasiba

Foto Fajalobi: Zetsia van Wilgen - Lo Fo Wong

T R A N G A    U M A

Geboren in 1792

We weten niet, wie haar moeder was

We weten niet, wie haar vader was

We weten niet, waar ze is geboren

Geboren in 1792

"Willemijntje" werd er opgetekend

Op haar zestiende baarde ze een dochter 

Ze overleefde 56 jaar

Geboren in 1792

Haar sterfdag viel op een zaterdag 

Onze oudste stammoeder,

was een tranga uma.

 


Bigi Grantangi,

Soso lobi!

memre

Project Memre

Project

De Zwarte gemeenschap heeft een onaangeroerde schatkist aan nooit vertelde verhalen. Het verleden van de nakomelingen van totslaafgemaakten is immers niet alleen een aaneenknoping van marginalisatie en kommer en kwel; er komen ook tal van mooie verhalen in voor, van heldendaden, van liefde, van ondernemerschap, die voortleven in FCPfamilies maar door de eurocentrische geschiedschrijving gemakshalve genegeerd zijn. AFRO Magazine en haar moederstichting Bigi Bon doen met Project Memre een poging om enkele van deze verhalen uit de vergetelheid te lichten en de narratief over de gemeenschap te beïnvloeden. Project Memre wordt uitgevoerd met ondersteuning van het Fonds voor Cultuurparticipatie.