Afbeelding

VN roept 6 februari uit tot ‘Internationale dag van nultolerantie tegen vrouwelijke genitale verminking’

De Verenigde Naties heeft 6 februari uitgeroepen tot ‘Internationale dag van nultolerantie tegen vrouwelijke genitale verminking’ (VGV). Tweehonderd miljoen meisjes en vrouwen die in 30 landen leven zijn genitaal verminkt. Elk jaar dreigen 3 miljoen meisjes nieuwe slachtoffer te worden van deze gruwelijke praktijk.

Schending fundamentele mensenrechten

Vrouwelijke genitale verminking slaat op alle ingrepen waarbij de vrouwelijke genitaliën zonder medische redenen worden verwijderd of beschadigd. De internationale gemeenschap beschouwt dat als een schending van de rechten van jonge meisjes en vrouwen. Genitale verminking getuigt van een diepgewortelde genderongelijkheid en is een extreme vorm van discriminatie ten aanzien van vrouwen en meisjes. Tegelijk is het een schending van het recht van vrouwen en meisjes op gezondheid, veiligheid en fysieke integriteit, op bescherming tegen foltering, wrede, onmenselijke en onterende behandeling evenals een schending van het recht op leven wanneer de ingreep fataal afloopt. Vandaag is vrouwenbesnijdenis, of het risico erop, een grond voor heel wat asielzoekers om in ons land asiel aan te vragen.

Deze praktijk komt voor in 30 landen in Afrika en het Midden-Oosten, maar is intussen een universeel probleem omdat de ingreep wordt uitgevoerd bij de bevolkingsgroepen die naar alle uithoeken van de wereld zijn gemigreerd. Deze praktijk gaat meer dan duizend jaar terug, maar modellen wijzen uit dat het mogelijk is om vrouwenbesnijdenis binnen één generatie uit te bannen. 

Ook zaak van mannen

Vandaag wordt vrouwelijke genitale verminking nog te vaak als een zaak van enkel vrouwen beschouwd. Mannen hebben het er maar zelden over en het is niet duidelijk wat hun mening daarover is. VGV is evenwel een zaak van iedereen, mannen kunnen en moeten dan ook een actieve inbreng hebben in de uitbanning van deze praktijk, in Europa en bij uitbreiding in de herkomstlanden.

Dat is het idee achter het project Men Speak Out dat net een jaar geleden werd opgestart onder leiding van verenigingen in België, Nederland en het Verenigd Koninkrijk die VGV bestrijden. In België zet onder meer het Instituut voor Tropische Geneeskunde in Antwerpen (ITG), een partner van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking, zijn schouders onder het project.

In het kader van het project Men Speak Out worden mentoren opgeleid die binnen hun gemeenschap veranderingen teweeg moeten brengen. Ze zullen de dialoog openen, onder andere in samenwerking met radiozenders in de nationale talen van Afrika.

België wil partnerlanden inzetten

Tegen deze achtergrond steunt de Belgische Ontwikkelingssamenwerking de versterking van de gezondheidssystemen en daarmee ook de bestrijding van vrouwelijke genitale verminking. België trekt bovendien steun uit voor het wereldprogramma ter uitbanning van deze praktijk van het UNFPA en UNICEF.

In een perscommunique zegt de Belgische vicepremier en minister van Ontwikkelingssamenwerking Alexander De Croo dat hij ook in de Belgische partnerlanden extra wil inzetten op het versterken van vrouwenrechten en het tegengaan van vrouwenbesnijdenis.

De Croo: “Vrouwenbesnijdenis is een gruwelijke traditie. Het ontneemt vrouwen hun waardigheid, verminkt hen voor het leven en heeft ernstige gevolgen voor hun gezondheid. Ook in een aantal van onze partnerlanden is de praktijk alomtegenwoordig. Daarom zal ons land in nieuwe samenwerkingsakkoorden extra aandacht richten op het verstreken van vrouwenrechten en het tegengaan van vrouwenbesnijdenis. Dat hebben we onlangs ook duidelijk gemaakt tijdens een bezoek aan Guinee en Burkina Faso, twee landen waar meer dan zeven op tien vrouwen op deze vreselijk manier verminkt zijn.”