Afbeelding

Dobru met gedicht Wan

Vergeten Surinaamse geschiedenissen vastgelegd

Eind februari verscheen bij uitgeverij Sampreshan in Zoetermeer de tweede herziene en uitgebreide druk van het succesvolle geschiedenisboek Oog in oog met Paramaribo. Verhalen over het herinneringserfgoed. Deze keer met een voorwoord van Rajendre Khargi, de Surinaamse ambassadeur in Nederland. AFRO Magazine sprak met historicus Eric Kastelein (1954) over de grote belangstelling voor zijn boek. 

AM: Waar komt jouw interesse voor Suriname vandaan?

EK: Ik heb altijd veel gelezen, veel over geschiedenis. En in 2007 ben ik naast mijn werk als commercieel manager in het bedrijfsleven begonnen met mijn propedeuse geschiedenis aan Hogeschool Windesheim. Heel vroeg opstaan en dan twee uur studeren. Vermoeiend maar leerzaam en leuk. Tijdens de studie werd er veel aandacht besteed aan het koloniale verleden van Nederland en dan vooral aan Suriname. Omdat ik graag lees ben ik me meer gaan verdiepen in het land. Boeken van Wim Hoogbergen, John Jansen van Galen, Albert Helman, Anil Ramdas. Toen ik in 2010 voor het eerst op Zanderij landde wist ik het gelijk: hier krijg je mij figuurlijk nooit meer weg.

Eric Kastelein
Eric Kastelein

AM: Oog in oog met Paramaribo, kan je vertellen waar het boek over gaat?

EK: Het boek gaat over het herinneringserfgoed, over bijzondere mensen en gebeurtenissen de afgelopen 250 jaar een gedenkteken hebben gekregen in de stad. En dat kan zijn een standbeeld, een borstbeeld, een plaquette, een gebouw, een boom. Dus alles dat op initiatief van een groep mensen, een organisatie is geplaatst en onthuld. De focus in het boek ligt op de geschiedenissen achter dit erfgoed want die verhalen zijn aan het verdwijnen, worden door de tijd omvergelopen. Tijdens de voorbereidingen van het onderzoek vroeg ik aan mensen bijvoorbeeld of ze wel eens gehoord hadden van Lodewijk Stumpf, van Paul Flu, van Maria Oostburg-Cop, van Harry Voss, van Majella, van de zusters Franciscanessen van Roosendaal. Ze keken me dan allemaal met grote ogen en opgetrokken wenkbrauwen hoofdschuddend aan. Voor mij een duidelijk teken om dit erfgoed te gaan vastleggen. Ambassadeur Rajendre Khargi schrijft in zijn voorwoord, ik citeer, “Het boek ‘redt’ als het ware geschiedenissen die verloren dreigen te gaan”.

AM: Waarom heb je gekozen om het herinneringserfgoed te onderzoeken en te beschrijven? Dat moet heel veel werk geweest zijn.

EK: Over Suriname zijn veel boeken verschenen. Michiel van Kempen schrijft over het literair erfgoed, Temminck Groll over het gebouwd erfgoed en Hillebrand Ehrenburg over erfgoed van de infrastructuur. Verder boeken over slavernij, over politiek, over religie en meer. Maar in die zoektocht ontdekte ik dat het herinneringserfgoed ontbrak. Ik heb daarom contact opgenomen met Stephen Fokké van Stichting Gebouwd Erfgoed Suriname, met Johan Roozer van MINOWC en met Laddy van Putten van Surinaams Museum. Nadat zij mijn bevinding beaamden ben ik aan de slag gegaan. In Suriname heb ik dagen, nee weken, doorgebracht in National Archief Suriname, in de bibliotheken van ADEKUS en het Surinaams Museum. In Nederland zocht ik mijn weg in o.a. Koninklijke Bibliotheek, Koninklijk Huisarchief, Nationaal Archief en diverse universiteitsbibliotheken. Een spannende en soms enerverende zoektocht van meer dan drie jaar en vijf reizen naar Suriname.

AM: De titel Oog in oog met Paramaribo. Wat zeg je daarmee?

EK: Het bijzondere aan het herinneringserfgoed is dat het fysiek, tastbaar, ‘aaibaar’ is. Je staat ervoor, je kijkt er naar, je staat letterlijk oog in oog. Bovendien bevindt dit erfgoed zich vaak op de historische plek, daar waar het verhaal zich heeft afgespeeld. Een voorbeeld is het gedenkteken voor Cojo, Mentor het Present. Deze verzetsstrijders tegen de slavernij werden op 26 januari 1833 geëxecuteerd op de brandstapel. Je staat dan bij het gedenkteken figuurlijk oog in oog met de geschiedenis, daar waar het werd voltrokken. Dat geeft mij iedere keer als ik er ben bezinning.

AM: De tweede herzien en uitgebreide druk met in totaal 118 verhalen is eind februari verschenen. Heeft het succes van het boek je verrast?

EK: Belangrijk zijn de goede recensies geweest in o.a. de Ware Tijd, Parbode Surinaams Magazine, Dutch Review of Books. Prem Radhakishun heeft op NPO Radio 1 een uur lang enthousiast over het boek gepraat. Dat heeft zeker geholpen met de bekendheid. Maar de kopers, de lezers zijn daarna aanzet, zij moeten de inhoud omarmen. En gelukkig is dat gebeurd. Mensen zijn verbaasd te lezen over geschiedenissen waarvan ze nog nooit hebben gehoord. Ook krijg ik complimenten over de manier waarop ik schrijf, over de toegankelijke stijl. Op aandringen van uitgever Radjin Thakoerdin van Sampreshan heb ik voor deze tweede druk zeven extra verhalen geschreven, bestaande informatie uitgebreid en meer foto’s gemaakt. Een schot in de roos; in een paar weken tijd zijn er al ruim 200 van verkocht. Vanaf april ga ik weer lezingen geven, dan gaat het denk ik helemaal hard met de verkoop.

AM: Zeven extra verhalen. Kan je daar iets over vertellen?

EK: Na het verschijnen van de eerste druk zijn er in Paramaribo vier nieuwe monumenten geplaatst. Die heb ik allemaal opgenomen zoals het denkteken voor tijdens het werk omgekomen politiemensen. Tijdens dat onderzoek kwam ik de naam tegen van agent Wilhelm Voss, die in 1929 bij een arrestatie werd gekapt en aan zijn verwondingen is overleden. En deze agent blijkt de vader te zijn van de Surinaamse oorlogsheld Harry Voss, drager van de Militaire Willems-Orde. Harry was toen 17 jaar en vertrok in 1938 als sergeant van het KNIL naar Nederlands- Indie. In 1943 werd hij door de Japanners gevangengenomen en geëxecuteerd omdat hij weigerde samen te werken. Vader en zoon, vermoord, een zware last voor de familie. Andere verhalen zijn die over de inheemsen, de eerste Surinaamse wereldkampioen Sem Abrahams en de holocaust. Maar ook de drie geschiedenissen die ik had ‘gemist’. Dobru en het gedicht Wan, Plein van 12 mei 1874 en Abraham Crijnssenweg, die in 1917 als herinnering aan 250 jaar Abraham Crijnssen speciaal is aangelegd.

Er zijn ook verhalen die ik heb uitgebreid. Professor Paul Flu (1884-1945) had een borstbeeld dat naamloos aan een binnenmuur hing in het AZP. Ik heb de Universiteit Leiden -hij was daar in 1939 rector magnificus-, overgehaald om het  AZP een plaquette voor bij dat beeld te schenken. Door corona is dat pas in oktober 2022 gebeurd. Het bijzondere verhaal over deze wereldberoemde arts/wetenschapper heb ik met deze gebeurtenis kunnen aanvullen.

AM: In Nederland is het boek verkrijgbaar in de boekwinkel en bij de uitgever. Wanneer is het boek in Suriname en ga je daar ook lezingen geven?

EK: Als het goed is komt deze druk begin april aan in Suriname. Het centrale verkooppunt is de bekende boekwinkel VACO, in hun prachtige nieuwe pand in de Kersstraat. Eigenaar/directeur Vyasa Krishnasing wil graag dat ik voor zijn klanten een of meerdere lezingen geef. En dat doe ik natuurlijk heel graag. Ik ben van 15 mei tot en met 6 juni in Suriname en ga ook lezingen geven bij onder andere Nationaal Archief Suriname en Schrijversgroep ’77. Ik verheug me daar zeer op!

]

Eric Kastelein, Oog in oog met Paramaribo. Verhalen over het herinneringserfgoed. Zoetermeer, Sampreshan, tweede herziene en uitgebreide druk, 2023. Euro 27,50. Gebonden, 360 blz., ca 400 foto’s, diverse registers, bronnen.