Afbeelding

De tuin van verloren zielen; een recensie en een winactie

Van A.W. Bruna Uitgevers hebben we vijf exemplaren ontvangen van de roman "De Tuin van Verloren Zielen" van Nadifa Mohamed. Morgen vertellen we hoe je één kan wnnnen.

Je leest deze roman met verwondering want je krijgt een verhaal voorgeschoteld met beklemmende uitzonderingen op de regel van absurdisme, geloof, hoop, seksisme en ook liefde. De tweede roman van Nadifa Mohamed, die geschiedenis en politicologie in Oxford heeft gestudeerd, is aan te bevelen. Het decor van de roman is het door burgeroorlog verscheurde Somalië, het land waar Mohamed is geboren in de stad Hargeisa, en dat ze met haar familie verruilde voor Londen toen ze vijf jaar was.

De tuin van verloren zielen is aan te bevelen voor iedereen die een mening wil vormen over het vluchtelingenvraagstuk en alle beroepsgroepen die met vluchtelingen te maken hebben.

Het gevoel kan je bekruipen dat je één en al ellende voorgeschoteld krijgt, maar de drang om te weten hoe ontmoetingen en het zwerven door de puinhopen aflopen, is de kracht van deze roman.

In Somalië zijn militairen aan de macht die hun macht zien tanen door rebellen van verschillende clans die steun krijgen van de National Freedom Movement (NFM). De in Londen wonende Somaliërs richtten de NFM op om de gewapende strijd tegen de dictatuur in hun vaderland te beginnen. Grote vluchtelingenkampen die zonder USAID niets meer zouden zijn dan een plek op de wereld waar anarchie de dienst uitmaakt, hoewel er enige ordening is voor wat betreft het smokkelen van hulpgoederen.

De tuin van verloren zielen speelt zich af in 1988: door de ogen van drie verschillende vrouwen, zie je Somalië breken: de negenjarige Dego die het vluchtelingenkamp waar ze is geboren heeft verlaten, naar de stad gelokt met de belofte van een nieuw paar schoenen; Kawsar, een eenzame weduwe, die aan haar huis gekluisterd is nadat ze vreselijk is mishandeld door de politie; En Filsan, een jonge vrouwelijke soldaat, die vanuit Mogadishu naar het noorden is getrokken om de rebellen tegen te houden die aan een opmars bezig zijn.

Somalische vrouwen zijn net als hun mannen -voor zover ze die hebben- trouw aan hun Islamitische religie en cultuurpatronen, zoals de vrouwenbesnijdenis. Over dit laatste wordt openlijk gesproken, vooral wanneer de vrouw niet besneden is.

In een oorlogsgebied is de vrouw zeer vindingrijk. Ze knipt oude katoenen jurken in rechthoekige stukken, die ze kan opvouwen om als maandverband te gebruiken.

Politieagentes zijn folteraars, dierenartsen behandelen mensen, leraren zijn spionnen en kinderen gewapende rebellen. Maar het leven is er soms ook “normaal” en men gaat ook naar de film. Sommige films worden meerdere keren gezien, zoals die met de favoriete acteur Kirk Dabagalaas (Kirk Douglas).

Zo gedetailleerd als ze smakelijke Somalische gerechten beschrijft, vertelt Nadifa Mohamed ook over de heersende chaos. Bewoners zijn gevlucht bij het eerste bombardement maar er zijn achterblijvers: bejaarden en invaliden. De patiënten die uit het ziekenhuis zijn gezet toen het leger de inrichting vorderde. Zwerfkinderen en gekken die zijn ontsnapt toen een granaat insloeg op het krankzinnigengesticht. Zakken van soldaten puilen uit van de horloges en geld dat ze in beslag hebben genomen.

De jongeren blijven leergierig en zetten zich ook in voor de Somalische alfabetiseringscampagne: Haddaad taqaan bar, haddaanad aqoon baro (Leer het anderen als je het kent, leer het zelf als je het niet kent. Ik moet alleen zien dat ik hier wegkom, en dan kan ik alles worden wat ik wil.)

Deze gedachtegang lijkt actueel en van toepassing op het vluchtelingenvraagstuk. Veel Somalische vluchtelingen verlangen naar de knapperige sambuusi met lamsvulling, de gegrilde vis met gekruide zoete vermicelli en warme bajiye, druipend van de olie, gedoopt in groene chili saus.

Nadifa Mohamed heeft met haar tweede roman een aanklacht geschreven. Oorlog is niet goed, toch kennen we het nog steeds. Maar er gloort hoop aan de horizon in dit verhaal.

De tuin van verloren zielen is aan te bevelen voor iedereen die een mening wil vormen over het vluchtelingenvraagstuk en alle beroepsgroepen die met vluchtelingen te maken hebben.