Afbeelding

CBK ZO presenteert: (S)HE: searching for the other

Bij CBK Zuidoost gaat op 26 mei open de kunst tentoonstelling “(S)HE: searching for the other” over Gender Diversiteit.

De expo toont werk van Diana Blok, Nynke Deinema, Risk Hazekamp, Jan Hoek & Duran Lantink, Judith Leysner, Randa Maroufi en Eva Spierenburg. Hiermee sluit het CBK aan op het Amsterdamse stadsbrede thema van dit jaar ‘diversiteit’.

In (S)HE tonen zeven kunstenaars(duo’s) hun werk waarin zij het begrip ‘gender’ onderzoeken, en dan vooral de grenzen en een aantal grijstinten hierbinnen: over transgenders, sworn virgins en de zoektocht naar de ander in jezelf.

“(S)HE neemt de bezoeker mee in een reis om de wereld: naar Albanië, Brazilië, China,  Marokko, Nederland, Turkije, de Verenigde Staten,” schrijft CBK in een persbericht.

De opening wordt verricht op donderdag 26 mei om 17.00uur door Kasja Ollongren, wethouder Kunst & Cultuur Gemeente Amsterdam. CBK Zuidoost presenteert meer dan 25 jaar actuele beeldende kunst met interculturele accenten.

Diana Blok:  I challenge you to love me  (2007-2015)

In 1974 verhuisde Diana Blok (Uruguay 1954) van Latijns- Amerika naar Amsterdam, waar een sfeer van vrijheid heerste, die essentieel is geweest voor de ontwikkeling van haar werk. Haar zoektocht rondom gender, identiteit en seksuele diversiteit heeft zich in de afgelopen 40 jaar voortgezet in haar fotografisch oeuvre. In (S)HE laat ze portretten zien van “gay, lesbian, bisexual, transvestite, transgender, queer and intersex” mensen die ze in Turkije en Brazilië ontmoette en die staan voor hun seksuele identiteit. In beide landen is er nog veel te doen rondom de emancipatie van deze mensen en is de Gay Pride geen jaarlijks feest, maar een noodzakelijk protest tegen alle tegenslag en toenemend geweld. Het beeld van seksuele vrijheid dat de media schept van Brazilië staat ver van de dagelijkse werkelijkheid. Het aan de orde stellen van deze complexe thematiek binnen een land als Turkije getuigt van de uitdaging die Blok in 2007 aanging, waarmee ze op de tijd vooruitliep.

Haar beelden weerspiegelen de geportretteerden, de maker en de kijker. Zij toont de diversiteit van gender waarbij ieder individu in zijn eigen kracht staat. Verhalen verteld op video geven een diepere dimensie aan de geportretteerden en hun strijd om zelf hun identiteit te mogen bepalen, voorbij onze sociale constructies.

Nynke Deinema: Lali/Diana (2016)

Het werk van Nynke Deinema (NL 1963) gaat over de mens en zijn onvermogen. Het gebruik van alledaagse materialen en zijn betekenis zijn belangrijk voor haar. Ze haalt ze uit hun dagelijkse context en geeft het een nieuwe betekenis van bijvoorbeeld een ritueel of een object. Ze is op zoek naar de randjes van het leven, de eigenaardigheden van het menselijk lichaam en geest. De video-installatie Lali/Diana gaat over opoffering en trots. Het toont ‘een zwijgend portret’ van het uitstervende fenomeen ‘sworn virgin’ (Burnesha in het Albanees) uit het  patriarchale Noorden van Albanië. Dit is een streek waar  gemeenschappen volgens de ‘Kanun’ leven, een traditionele 15de-eeuwse erecode waarin de meeste sociale privileges slechts voor mannen gelden. Een ‘sworn virgin’ is een meisje/jonge vrouw die in overleg met en ten overstaan van de gemeenschap en familie een eed of gelofte tot kuisheid aflegt, en vervolgens als jongen/man door het leven gaat. Hiermee kan voorkomen worden dat een familie zonder zoon al haar land zou verliezen. Tegelijkertijd verwerft de ‘sworn virgin’ dezelfde vrijheden die de man in deze gemeenschappen heeft.

Risk Hazekamp: Solitary Fruit (2012)

Het werk van Risk Hazekamp (NL 1972) komt voort uit de verbeelding van gender in onze massamedia. Al meer dan twintig jaar ondermijnt Hazekamp de representatieve codes die worden ingezet om vrouwelijkheid en mannelijkheid te visualiseren. Meestal gebruikt zij zichzelf als model; ze neemt zoveel verschillende gedaanten aan dat de notie van één authentiek ‘zelf’ op losse schroeven komt te staan. Solitary Fruit (2012) heeft als uitgangspunt de route die de (witte) Amerikaanse schrijver John Howard Griffin aflegde door het diepe Zuiden van de Verenigde Staten als zogenaamde ‘zwarte’ man (met behulp van medicijnen, UV licht  en make-up). In zijn boek Black Like Me (1960) doet hij verslag van zijn reis en schrijft hij: “It is the story of the persecuted, the defrauded, the feared and detested. I could have been a member of any ‘inferior’ group. Only the details would have differed. The story would be the same.” Toen Hazekamp dit las, zag ze een duidelijke uitnodiging aan andere personen uit ‘inferieure groepen’ om zijn voorbeeld te volgen. Ze projecteerde zijn subversieve idee op het thema (trans)gender en reisde niet als vrouw, maar als man. De serie Solitary Fruit heeft niet alleen betrekking op (trans)gender op een representatief niveau, maar het behelst ook de ervaring van het zijn in een gemeenschap die van oudsher bekend staat als zeer conservatief als het gaat om minderheden. Ze ondernam deze reis alleen, net als Griffin in 1959.

Jan Hoek & Duran Lantink: Sistaaz of the Castle: Joan Collins (2016/16)

Sistaaz of the Castle is een project rondom een groep transgender sekswerkers die met hun eigenzinnige kledingkeuzes de straten van Kaapstad, Zuid-Afrika, kleuren. Rondom hun modieuze verschijningen en hun vermogen om van alles wat ze vinden de meest uitbundige creaties te maken, hebben fotograaf Jan Hoek (NL 1984) en modeontwerper Duran Lantink (NL 1987) een fotoserie en modecollectie gemaakt. Hoek maakte foto’s van de meisjes, hun leven en hun outfits. Veel van hen zijn dakloos en leven onder een brug naast het kasteel van Kaapstad. De foto’s fungeren als het lookbook voor de collectie van Lantink. De ontwerper zag parallellen tussen zijn eigen werkwijze en de creativiteit van de meisjes, die met gevonden kledingstukken prachtige outfits maken. Lantink maakt zelf ook gebruik van verschillende recyclemethodes en collagetechnieken. In deze expositie wordt ingezoomd op het leven van één van de meisjes: Joan Collins (57).

Judith Leysner: Daddy (2008) en Stranger (2016)

Judith Leysner (NL, 1965) is een multimedia kunstenaar in de breedste zin van het woord. Female masculinity,  seksualiteit en identiteit zijn thema’s die vaak voorkomen in haar werk. Binnen die thematiek creëert ze nieuwe personages (alterego’s) waarmee ze videowerk, fotografie, performances en installaties maakt. Ze ontleedt de personages in wiens huid ze wil kruipen tot op het bot en geeft er opnieuw vorm aan. Zoals haar alterego Daddy (2008). Leysner, opgegroeid zonder vader, onderzocht in deze performance/video het archetype vader. Ze bestuurde de houdingen en bewegingen van mannen en transformeerde zichzelf tot een man. Op uitnodiging van kunstenaar Lotje van Lieshout ging Leysner als haar alterego ‘Daddy’ mee naar Chongqing (China). De opnames daar leidden tot het videowerk Stranger (2016).

Randa Maroufi: La Grande Safae (2014)

Randa Maroufi (Marokko 1987) behoort tot de generatie die opgroeide in een tijdperk dat werd gedomineerd door beeldcultuur. Ze verzamelt deze beelden gretig maar is tegelijkertijd achterdochtig en verifieert onophoudelijk het waarheidsgehalte ervan. In haar werk richt ze zich op thema’s als gender en publieke ruimte en laat ze fictie en documentaire door elkaar laat lopen. De film La Grande Safae is geïnspireerd op een karakter dat daadwerkelijk bestond, maar is verdwenen in de jaren ’80,  en bekend stond als La Grande Safae. Hij was een travestiet die een deel van zijn leven werkte als een huishoudelijke hulp voor de familie van Maroufi in Casablanca (Marokko), een familie die zich niet geheel bewust waren van zijn ware seksuele identiteit. Maroufi combineert fictie en feit in de film, onder andere met behulp van audiofragmenten van haar familie om zo haar eigen perceptie te tonen.

Eva Spierenburg: Hij is eigenlijk mij (2015)

In haar werk verkent Eva Spierenburg (NL 1987) haar eigen verhouding tot het vergankelijke lichaam, tot de moeder en de vader, tot vrouw en man.

De vader van Eva Spierenburg is een aantal jaar erg aanwezig geweest in haar werk, al dan niet indirect via de afgebeelde mannen in haar schilderijen. Eind 2014 realiseerde ze zich dat haar vader meer naar de achtergrond verdween, maar dat er nog steeds voornamelijk mannen in haar werk figureren. Dus vroeg ze zich af of ze een mannelijk alter ego voor zichzelf had gecreëerd. Om dat idee te onderzoeken maakte ze de serie  Hij is eigenlijk mij.  Ze beschilderde kledingstukken om eruit te zien als één van haar naakte geschilderde figuren, maakte een baard van haar eigen haar, en speelde alle mannelijke figuren in haar schilderijen uit 2014 na. Daarvan maakte ze foto's om weer over heen te schilderen, tekenen en krassen. De bijbehorende video toont het zoeken naar de verschillende houdingen.