Archeologieonderzoek op voormalige Surinaamse plantage levert veelbelovend eerste resultaat
“Het was geweldig!” Archeoloog Cheryll White bedwingt afgelopen weekend haar enthousiasme niet wanneer ze vertelt over haar week met studenten op de voormalige Plantage Toledo in Suriname. “Niet alleen omdat we veelbelovende plekken hebben gevonden voor diepgaander archeologisch onderzoek naar hoe totslaafgemaakten leefden op plantages, maar ook omdat het voor de studenten een bijzondere ervaring was om hieraan bij te dragen. Het was heel mooi om mee te maken.”
White, die archeologie doceert aan de Anton de Kom Universiteit in Suriname (AdeKUS, was maandag naar Overbridge Resort gereden aan de Boven Surinamerivier, vanwaar ze per boot de oversteek deed naar Plantage Toledo. Met haar één archeologie student en twee woudlopers. Woensdag voegde zich nog een groep studenten bij hen onder leiding van taaldocent Mahalia Sno, plus nog een ervaren archeoloog. Samen doorkruisten zij dagenlang het tropische oerwoud dat de voormalige plantage overheerst. 's Nachts slapen in hangmatten in het kamp langs de rivier.
"Ze hebben meegemaakt hoe het is om in het veld te werken," vertelt White.
Archeologiestudent Darren vertelt: "Voor het vak Field Methods heb ik een week lang archeologisch vooronderzoek (survey) uitgevoerd op Plantage Toledo. Ons doel was om via transect lines sporen uit het verleden te ontdekken: artefacten die aanwijzingen kunnen geven voor verder onderzoek en ons meer kunnen vertellen over het leven op de plantage tijdens de verschillende historische fasen. Naast de koloniale periode wilden we ook inzicht krijgen in hoe nakomelingen van totslaafgemaakten de plantage na de afschaffing van de slavernij bewoonden, bewerkten en er een bestaan opbouwden.”
Het was de eerste keer ooit dat er in Suriname archeologisch onderzoek gedaan werd door Surinaamse studenten, waarin wordt gekeken naar het leven van Afrikanen op een voormalige Surinaamse plantage. Dit project kwam op gang op initiatief van het Broos Instituut voor Afrocentrische Studies en Onderzoek, in samenwerking met haar zusterstiching US4US in Suriname en de AdeKUS. Het Broos Instituut heeft al een samenwerking met de Adekus: de Africana Development Studies cursus, het eerste lesprogramma op universitair niveau in Nederland waarin de Zwarte gemeenschap centraal staat.
Het Broos Instituut financierde deze fase van het Toledo project deels zelf en kreeg deelsubsidie van het Matchingfonds. “Wij vinden het belangrijk dat dergelijk onderzoek dat inzage biedt in ons Afrikaans verleden, op gang komt. Wellicht zetten we hiermee een trend op gang die leidt naar meer onderzoek door AfroSurinamers, wat zal leiden tot meer zelfbewustzijn van de AfroSurinamer,” zegt het Instituut.
Student Darren moet zijn rapportage nog schrijven en de Nederlands studenten gaan de komende tijd aan de slag met allerlei media-uitingen over hun avontuurlijk verblijf de plantage, maar dit is slechts het begin. Later dit jaar arrangeert het Broos Instituut voor studenten in Suriname een serie gastcolleges in archief- en wellicht archeologisch onderzoek, en het Instituut is inmiddels in gesprek om het archeologisch onderzoek te verdiepen; mogelijk in samenwerking met andere universiteiten.
Er is genoeg te doen zegt Darren: “Tijdens het onderzoek troffen we onder andere sporen van plantenbedden aan, enkele artefacten en een door mensen aangelegd eilandje met een hoge concentratie vondsten, wat wijst op intensieve activiteiten in dat gebied. Daarnaast zijn delen van het kanalenstelsel opgemeten. Dit draagt bij aan de reconstructie van het watermanagementsysteem van de plantage.
Afbeelding
"Als archeoloog in opleiding zie ik in deze vondsten een breed scala aan mogelijkheden voor verder onderzoek. Wat deze locatie bijzonder maakt, is dat de plantage in het bezit is van nakomelingen van totslaafgemaakten, die hier generaties lang hebben gewoond en gewerkt. De huidige generatie zet zich actief in voor het behoud van de plantage en houdt zo de herinnering aan het verleden levend.
Het was een bijzondere ervaring om aan dit project deel te nemen, en ik hoop hier in de toekomst verder aan bij te dragen. Verdere studies kunnen niet alleen inzicht geven in de economische betekenis van de plantage, voornamelijk voor de voormalige kolonisator, maar ook een dieper begrip bieden van de menselijke kant van de geschiedenis, namelijk de leefwereld en agency van de totslaafgemaakten en hun nakomelingen.”