Afbeelding

Tula taught us...

Joan de Windt

Een geweldig weekend ter herdenking van Tula, Curaçaosche held en verzetstrijder. Op zaterdag kregen we bijzondere toespraken te horen in het Parooltheater, en op zondag bracht het concert van Izaline Calister in de stadsschouwburg ons allemaal in vervoering.

Hier een kort verslag van al dat moois.

Gevolmachtigde minister Begina mocht als eerste het woord voeren. Hij vertelde ons hoe zorgvuldig men heeft getracht elk papieren spoor van Tula te verwijderen. Hij woonde en werkte op Knip, maar in het archief is niks te vinden. We kennen Tula alleen uit een brief van pater Schink, die tijdens de opstand hem de revolutie uit het hoofd moest praten namens de overheid. Begina besluit met de woorden dat Tula een koninkrijksheld is die thuishoort in de Nederlandse canon en zelfs een wereldheld. Tula hoort thuis in het illustere rijtje van Mandela, Martin Luther King , Ghandi (maar deze laatste was een racist, dus ik denk dat Tula en de anderen voor de eer van in een rijtje staan met Gandhi zouden bedanken). Begina heeft zelf nog meegemaakt dat een ex-vriend zei: “Als er in dit huis over Tula gepraat wordt vallen er klappen”. Zo taboe was het onderwerp!

Na afloop staat journalist Romeo Hoost op en zegt dat hij trots en dankbaar is dat Antillianen jaarlijks een held vereren in plaats van de dag van de afschaffing van de slavernij. Hij vertelt ons ook dat er in Nederland twee Tulastraten zijn, eentje in Amsterdam Zuid-oost en een in Utrecht. 

Vervolgens deed adviseur Erfgoed bij het Kenniscentrum Cultureel Erfgoed, Dyonna Benett, de zaal uit z’n dak gaan met een boeiende exposee over haar werk en over Sablika, vriendin en medestrijder van Tula.

Benett heeft er voor gezorgd dat het zomercarnaval sinds 2016 op de lijst van Immaterieel erfgoed is komen te staan.

Heel bijzonder is dat zij een produkt is van een Dominicaanse en een Curaçaosche ouder. Het is dan ook geen wonder dat zij grote belangstelling heeft voor het verbinden van de stippellijntjes tussen de eilanden in het caribisch gebied en veel landen in zuid-amerika qua slavernijgeschiedenis.  We hebben dezelfde voorouders die geheel per toeval op andere plaatsen belandden. De banden tussen Curaçao, Cuba en Venezuela waren sowieso ijzersterk. In 1790 alleen al vluchtten meer dan 400 slaven van Curaçao naar Coro, het vasteland van Venezuela, om daar in vrijheid verder te leven. Je hebt daar dan ook de wijk Corazoieto en men kent er dezelfde dans en muziek, de tambu, als op Curaçao. Op YouTube is er een filmpje van te zien.

Ook de revolutie uit 1795 stond niet op zichzelf. Op meerdere eilanden braken revoluties uit. Carpata kwam uit Coro om op Curaçao mee te vechten. Het is bekend dat Tula contacten had met Toussaint L’ Ouverture uit wat nu Haiti is. Dyonna Benett vertelt dat Tula (kapitein van een schip naast vee-arts) met Sablika Coro en Saint Domingue/Haiti bezocht. De zaal luistert met ingehouden adem. Deze illustere voorouders waren niet eerder zo dichtbij.

Benett vertelt ons dat Sablika volgens het Nederlandse archief een dievegge en het wijf van de een of andere Nicolaas was. Maar voor haar is het een schrandere, goedgebekte krachtige vrouw, waarmee zij zich graag identificeert.

Hoogtepunt is wanneer Benett een brief voorleest die pater Schink aan Sablika en andere vrouwen stuurde, met als boodschap  dat zij hun mannen moesten doen ophouden met hun opstand en braaf doen terugkeren naar de plantage.

De brief begint met de meest grove, arrogante begroeting, “Miraki muhe’.  zoiets als ‘Kijk es hier wijf’. Hij herinnert de vrouwen eraan dat zij zonder de witte man nog in het oerwoud tussen de beesten zouden wonen. Maar hij eindigt met zoetgevooisde woorden in de trant van dat we toch allen gelijk zijn in de ogen van de heer.

En dan leest Benett de brief voor die Sablika terugschreef! Een fantastische brief. “Attentie Heren’ is de aanhef. ‘Jullie hebben ons misschien uit de jungle gehaald, maar het is jullie niet gelukt de jungle uit ons te halen. Nos ke bai mondi bek!’ We willen ernaar terug.

Ze vraagt de heren hoe ze tot slaaf gemaakte vrouwen en kinderen kunnen vermoorden terwijl ze allemaal een zwarte vrouw in hun fort hebben. En tot slot wenst ze de heren beleefd succes.

Een brief van Sablika.... we kunnen ons geluk niet op.

Dyonna Benett vertelt dat ze onderzoek heeft gedaan naar musea op Curaçao. Ze concludeert dat er wit-gecentreerde en zwart-gecentreerde musea zijn. Alle musea in de stad (zoal het Curaçaomuseum, maar ook Kura Hulanda) zijn wit-gecentreerd. Dat betekent dat zo er aandacht is voor de tot slaaf gemaakten, ze vanuit een wit perspectief en dan vooral als meelijwekkend worden neergezet. Zwartgecentreerde musea zijn die op het platteland, het Tula museum en Kas di pal’i maishi. Daar wordt het leven van de tot slaaf gemaakten vanuit hun eigen perspectief getoond, en wordt hun kracht en intelligentie niet weggelaten, maar zelfs gevierd.

Tenslotte toont Dyonna Benett  ons plaatjes van jongeren op Curaçao met t-shirts (er zijn ook petjes en tassen) met de tekst: ‘Tula taught me....

De volgende avond is het genieten van Izaline Calister in de stadsschouwburg te Amsterdam. Izaline zingt prachtig en zet een wervelende show met humor neer, maar daarnaast zien we stukjes film van Izaline op Curaçao, onder andere op de plek waar de opstand uitbrak. Izaline interviewt Gibi Basilio van de Stichting tot eersherstel van Tula, een van de mensen die ervoor geijverd heeft dat Tula in 2010 eindelijk de status van held kreeg. Izaline interviewt hem staand voor het Riffort, daar waar Tula ter dood werd veroordeeld. Hij vertelt hoe Tula’s gezicht werd verbrand (nadat met een moker al zijn botten waren gebroken) voordat hij werd onthoofd en het hoofd op een spies tentoongesteld. Want dat gezicht moest verdwijnen. Uit het geheugen en uit de geschiedenis.

De avond ervoor vroeg iemand waarom het monument voor Tula zo uit de looproute, op het Rif staat. Ja, daar is hij nu eenmaal vermoord, zegt men dan. Nu weten we dat het niet waar is en dat we een monument op de meest prominente plek in Willemstad kunnen neerzetten. Go for it Gibi, let’s crowdfund!

Naast mij in de schouwburg, zit een struise blonde vrouw. Ze is uit interesse gekomen vertelt ze mij. Haar zoon speelt baseball en het is hun grote wens eens samen Curaçao te bezoeken, HET baseballwalhalla, waar de grote baseballhelden vandaan komen. Ik glim van trots. Ik weet niets van baseball maar dit weet ik wel, nergens ter wereld zijn er percentueel zoveel grootse baseballers als op Curaçao. De grote clubs in de VS weten niet hoe snel ze ze binnen moeten halen.

De moeder vertelt mij dat het in Amsterdam als ze kijkt naar de vriendenclub van haar zoon, alleszins meevalt met racisme en discriminatie. Ik glimlach, want witte Amsterdamse ouders vertellen mij dit vaak. De vriendjes komen uit alle windstreken vandaan, in de meest aparte samengestelde identiteiten. ‘Natuurlijk is niet alles okay’ haast ze zich te zeggen. Het schooladvies voor haar dochter bijvoorbeeld ... De vader van haar kinderen komt uit Cote d’Ivoire. Tot twee keer toe moest ze boos naar school om te zorgen dat het Mavo-advies werd opgekrikt naar Mavo-Havo en uiteindelijk naar Havo-VWO. Ze balt haar vuisten en zegt ‘Dus ik was ook een beetje Tula!””

Ook zij is zwaar onder de indruk van de manier waarop Izaline Calister over de geschiedenis van Tula vertelt, met muziek die dat ondersteunt. Een lied over de zee, terwijl we kijken naar een film van de zee en het geluid van de golven onder de muziek door horen ruisen. Wonderschoon!

Na afloop zegt de blonde moeder: “Dit is zo fantastisch. Dit moeten ze overal in Nederland zien. Izaline Calister moet gaan touren hiermee.” Mee eens!

Een prachtig Tulaweekend, dankzij de  goede samenwerking tussen Ninsee, VAN En OCAN! Bosnan a saka nos kara! (Trots op jullie!)