Afbeelding

kofi

De kolonisator leeft nog in onze wetten, kerken, scholen en hoofden

Vrijheid. Een woord dat in Suriname elk jaar op 1 juli breed wordt uitgesproken, bezongen, gevierd. Maar wie durft écht te vragen: vrijheid voor wie, van wie, en volgens wiens regels? Want wat vandaag ‘onze natie’ heet, is gebouwd op de fundamenten van slavernij.

Wetten, religie, taal, onderwijs, gezondheidszorg, economie, alles draagt het DNA van de kolonisator. Er is geen sprake van werkelijke vrijheid zolang het gehele leven van Suriname en de Surinamer afhankelijk is van systemen ontworpen door dezelfde machten die ons ooit ketenden.

De kolonisator is nooit vertrokken. Hij veranderde alleen van vorm, van slavendrijver naar wetgever, van missionaris naar onderwijzer, van plantagehouder naar bankier. Zijn hand is nog steeds zichtbaar in elke wet die ons land regeert. Onze grondwet is een herschreven kopie van Nederlandse modellen. Onze rechtsstaat beschermt eerder eigendom dan rechtvaardigheid. Onze taal is niet de onze, wij spreken onze geschiedenis uit in de stem van onze onderdrukker.

Onderwijs? Wij leren over Napoleon, maar niet over Sophie Redmond, Boni, Barron, Kodyo, Mentor, Presen, Anton de Kom, Louis Doedel. Wij worden getest op correcte Nederlandse spelling, maar niet op Sranan Tongo of op kennis van onze wortels in Ghana, Benin, Angola. Religie? Christus kwam in slavenschepen, Winti werd verjaagd, genegeerd, verboden. Gezondheidszorg? Westerse protocollen zonder spiritueel fundament, geen erkenning voor plantgeneeskunde of voorouderlijke heling. Economie? We werken, maar bezitten nauwelijks. De mijnbouw is niet van ons, de vruchtbare grond ligt in handen van de staat of buitenlandse bedrijven. Reparatie kwam nooit. Wat wij erfden van de slavernij is geen schadevergoeding, maar armoede.

De vrijheid die wij zogenaamd vieren, is in werkelijkheid een gecontroleerde bewegingsruimte binnen een systeem dat wij niet zelf ontwierpen. Het is vrijheid op geleende grond. Suriname mag op papier onafhankelijk zijn sinds 1975, maar in praktijk blijft het afhankelijk van leningen, regels en modellen uit Europa. Zelfs onze politieke structuren zijn gebaseerd op westerse normen, niet op Afrikaanse gemeenschapsstructuren of Inheemse consensusmodellen.

Dit is geen misverstand, het is een voortzetting. Kolonialisme was nooit alleen fysiek geweld, het was geestelijke oorlogsvoering. Een aanval op taal, spiritualiteit, waardigheid, geschiedenis. De plantage mag verdwenen zijn, maar de plantage-mentaliteit leeft voort in onze instituties en in ons zelfbeeld. Dat is de échte tragedie van slavernij, niet alleen de ketenen om het lichaam, maar de programmering van de geest.

Daarom is de roep om bevrijding vandaag geen symbolisch protest, maar een existentiële noodzaak. Als wij werkelijk vrij willen zijn, moeten wij:

De wet hervormen tot ze onze voorouderlijke rechtssystemen weerspiegelt

Onze spirituele tradities herstellen en waarderen als volwaardig, soeverein geloof

Het onderwijs gedekoloniseerd worden, zodat onze kinderen hun geschiedenis kennen vóór slavernij, vanuit onze eigen mond

Landrechten herstellen aan Marrons en Inheemsen

De taal van het volk verheffen tot taal van de staat

De economie herschikken naar lokale productie, gemeenschapsbezit en herstelbetalingen

Vrijheid is geen datum. Vrijheid is een daad. Een verbond met onze voorouders en onze nazaten. Zolang we wetten gehoorzamen die ons als volk onderdrukten, zolang we bidden tot een God die ons zwijgen oplegde, zolang we ons meten aan de maat van witte beschaving, zijn we geen vrij volk. We zijn slechts geduldige gevangenen in een mooiere kooi.

De strijd voor werkelijke bevrijding begint bij de waarheid: de kolonisator leeft nog. Niet alleen buiten ons, maar vooral ín ons. En zolang we zijn systemen behouden, zullen we nooit werkelijk vrij zijn.
 

Door Xiomara & Kofi

kofi

Kofi

Columnist

Kofi Dyompo is een kritische burger uit de Surinaamse diaspora die zich inzet voor de ontmanteling van het koloniale systeem en het creëren van bewustzijn rond rechtvaardigheid, herinnering en herstelbetalingen. Zijn voornaamste motivatie is het vergroten van het bewustzijn en het eisen van verantwoording, niet van acceptatie.