Afbeelding

Lantaarnconsole ‘De Moriaan’ aan de Oudegracht in de Utrechtse binnenstad. Bron: Wikimedia

Lantaarnconsole ‘De Moriaan’ aan de Oudegracht in de Utrechtse binnenstad. Bron: Wikimedia

Utrechts provinciebestuur excuseert voor slavernijverleden

Commissaris van de Koning Hans Oosters heeft namens het provinciebestuur van Utrecht excuses aangeboden voor het slavernijverleden. Hij deed dit tijdens de jaarlijkse herdenking van het trans-Atlantische slavernijverleden bij de Nieuwe Stad in Amersfoort op vrijdag 30 juni.

“De Staten van Utrecht, de rechtsvoorganger van het huidige provinciebestuur, hebben een onmiskenbaar aandeel gehad in de slavernij,” aldus de commissaris. In zijn toespraak gaf hij daarvan  voorbeelden. Zo werd in de 18de eeuw met steun van de Staten van Utrecht een Utrechtse onderneming opgericht, de Provinciale Utrechtsche Geoctroyeerde Compagnie, die in Suriname een koffieplantage kocht en in Utrecht een suikerraffinaderij begon. Ook investeerde deze Utrechtse Compagnie in slavenschepen. “De intens droevige en beschamende geschiedenis van de Utrechtse Compagnie maakt op kille wijze duidelijk hoezeer de Utrechtse elite, waaronder leden van de Staten van Utrecht, bereid was om haar geld te investeren in de slavenhandel en industrieën die zwaar leunden op slavenarbeid.”

Erkenning

“Ik wil dit verleden onomwonden onder ogen zien en erkennen. Ik doe dat in het besef dat de slavernij onherstelbaar leed en schade heeft veroorzaakt, dat onze bestuurlijke voorgangers mede verantwoordelijkheid hebben gedragen voor deze onmenselijke praktijk en dat de provincie Utrecht hiervan heeft geprofiteerd,” zei commissaris Oosters.

De commissaris sprak zijn excuses uit in Amersfoort voor een gehoor van nazaten van tot slaaf gemaakten, volksvertegenwoordigers, bestuurders en andere belangstellenden. Jaarlijks wordt op 30 juni op diverse plaatsen in het land het trans-Atlantisch slavernijverleden herdacht, op 1 juli gevolgd door Keti Koti, het vieren van de vrijheid.

Start Herdenkingsjaar

Op 1 juli start het officiële Herdenkingsjaar Slavernijverleden. Provinciale Staten grijpen dit aan als startpunt om samen met gemeenten en met maatschappelijke en culturele partners en instellingen blijvend aandacht te schenken aan het slavernijverleden en de doorwerking ervan in het heden. De inspanningen zullen worden gericht op het wegnemen van sociale onrechtvaardigheid, het bestrijden van discriminatie en het werk maken van diversiteit en inclusie op school en op de werkvloer, vertelde de commissaris.

Commissaris Oosters: “Niemand die nu leeft heeft schuld aan de onvergeeflijke fouten die destijds zijn gemaakt. Maar wij kunnen wel de verantwoordelijkheid voor ons verleden nemen door te werken aan bewustwording en herstel. Samen staan voor een rechtvaardige samenleving waarin mensen in vrijheid worden geboren en in vrijheid zullen sterven.”

Comité 30 juni/1 juli Amersfoort

De herdenking in Amersfoort was georganiseerd door het Comité 30 juni/1 juli Amersfoort. Voorzitter Zuwena Venhuis hield een toespraak, evenals burgemeester van Amersfoort Lucas Bolsius en NiNsee bestuurslid Ruben Severina. Er waren diverse culturele optredens. De bijeenkomst werd afgesloten met twee minuten stilte en een kranslegging voor alle slachtoffers van het slavernijverleden.