Onderzoeker pur sang
door Donovan Mijnals, voor Black Achievement Month
Foto's: Les Adu
Stephanie Archangel beschikt over een tomeloze drang naar kennis. Als een spons zonder punt van verzadigdheid. En wanneer ze onderzoek doet, beperkt ze zich niet tot slechts één bron. Het liefst wil ze zich vanuit zoveel mogelijk perspectieven laten informeren; praktisch één worden met die kennis. Dat is wellicht maar goed ook. Als conservator in het rijksmuseum is die karaktertrek zelfs bijna pure noodzaak. Immers hoe breder georiënteerd, hoe scherper de helikopterview die de job vereist. En dat, terwijl ze nog niet eens zo gek lang geleden, als kind nooit zou kunnen bevroeden dat ze dit werk zou doen. “Ik kon me geen voorstelling maken hoe je met geschiedenis geld kunt verdienen”, lacht ze. Bovendien, ze had de persoon die ze nu is nog lang niet ontdekt. Immers, binnen het concept van educatie past het niet dat ze buiten de duidelijk aangegeven grenzen bronnen van informatie aanboorde.
Toch is de basis voor de conservator die ze uiteindelijk werd misschien in die periode van opgroeien in de ‘bossen’ van Oost-Curaçao gelegd. Vooral voor die tijd was haar opvoeding eigenlijk ontzettend modern met ouders die weinig persoonlijke restricties aan hun kinderen oplegden. “Alles was bespreekbaar”, herinnert Stephanie zich. Als de kinderen hun bedtijd naar een later tijdstip wilden verzetten, dan werd daarover onderhandeld en zelfs een ‘cao’ gesloten. “Het werd ook echt een cao genoemd”, lacht ze. Dat laatste was dan wel weer aan strikte regels gebonden. Eenmaal overeenkomst bereikt was, werd daar geen duimbreed van afgeweken. “Als we een halfuur later naar bed mochten, dan stonden we tien minuten voor de tijd al onze tanden te poetsen.” Als de tijd ook maar met één minuut werd overschreden, dan werd de overeenkomst onherroepelijk teruggedraaid.
Die onderhandelingen en zeer waarschijnlijk alleen maar het feit dat er überhaupt onderhandeld kon worden over elk onderwerp, vormden haar als mens en ook als moeder. Stephanie leerde al vroeg compromissen sluiten. Immers je zult nooit alles eruit halen dat je wilt. Het is expertise die ze ook nu nog toepast. Onderhandelen doet ze niet alleen maar met de mensen om haar heen wanneer de situatie dat vereist, maar misschien veel meer nog met zichzelf. Zoals toen ze pas conservator werd en sommige mensen zich de bravoure aanmaten om naar haar toe te stappen en te vragen: “Je hebt deze job gehad vanwege je kleur, hè?” Alsof ze zonder die donkere huidskleur onmogelijk de competentie zou hebben gehad om de job aan te kunnen. Of erger, dat ze er eigenlijk de bagage niet voor had, maar ‘och arme, een of andere witte weldoener moest dat dom zwart meisje aan werk hebben geholpen. Hoe zou ze zich anders bedruipen?’ Steevast pijnlijke innerlijke onderhandelingsmomenten. De eerste paar keer wist ze zich geen raad met die vraag, maar daarna paste ze humor toe om met een scherpe opmerking de vraagsteller op zijn of haar plaats te zetten.
Toch stak het van binnen. Het dreef haar ertoe te willen bewijzen dat ze zich niet ‘beperkt’ tot slechts de ‘zwarte issues’. Geen gemakkelijke taak: immers, het bloed kruipt waar het niet gaan kan. En doordat ze bijna letterlijk geen blad onberoerd laat in haar research, komt ze vaker interessante materie over haar ‘eigen’ achtergrond tegen dan menig ander en die een lichter getinte conservator wellicht over het hoofd zou zien. Of van minder belang zou achten. Zoals de informatie die uiteindelijk leidde tot de tentoonstelling ‘Zwart in Rembrandts Tijd’, waarvan ze een van de initiatiefnemers is. Daarvan wordt in een mini-documentaire over de tentoonstelling gezegd: “het zijn maar kleine splinters informatie, maar ze zijn er wel”.
Stephanie ziet zichzelf niet als activist. Althans niet in die zin dat ze met hoog opgeheven bord en vuist ergens tegen zal protesteren. De impact van de bijdrage die ze levert is echter niet minder. Zwart in Rembrandts Tijd is vooral voor de algemene beeldvorming wellicht een van de belangrijkste van deze tijd. Alleen al vanwege het feit dat daarin het stereotype beeld van zwarte mensen wordt gelogenstraft. Hun geschiedenis begint niet met slavernij; ze worden daar misschien door overvallen, maar niet gedefinieerd. De Afrikanen die in de zeventiende eeuw net bij Rembrandt om de hoek woonden, waren in een periode waarin slavernij in Amsterdam verboden was, niet alleen bedienden van de witte elite. Ze waren veelal gewone immigranten met volgens onderzoek dezelfde rechten als alle andere Amsterdammers.
De conservator heeft er absoluut geen moeite mee om door kilometers en kilometers archief te wroeten. Juist omdat ze zoveel passie voor haar werk heeft, houdt ze de persoon die ze aan het werk is strikt gescheiden van de persoon die haar sociaal leven te zien krijgt. Die twee ‘entiteiten’ verenigen zich in haar ervaring niet. “Ik zou niet de persoon willen zijn die tijdens een bijeenkomst met vrienden maar niet kan ophouden te praten over haar werk”, lacht ze. Nog een innerlijke onderhandeling na intensief (zelf)onderzoek. En zelfs hiervoor gebruikte ze hoogstwaarschijnlijk meer dan één bron.