Nationaal Slavernij Museum | Vertel het hele verhaal, over ons, met ons

Afgelopen donderdag werd het plan voor het Nationaal Slavernij Museum gepresenteerd. “Vandaag is een belangrijke dag, nee, een historische dag”, stelt moderator Ivette Forster.

Kwartiermakers Peggy Brandon, John Leerdam en David Brandwagt, hebben het afgelopen jaar stad en land afgereisd om zoveel mogelijk mensen te bevragen over waarom zij naar het Slavernijmuseum zouden gaan en wat zij daar zouden willen zien. Ze reisden naar Curacao, Aruba, St. Maarten; Bonaire Saba, St. Eustasius, Suriname, maar ook Amerika en Benin. Ze bezochten verschillende musea, archieven en kennisinstituten en spraken met ongeveer 5.000 mensen. Over hun verhalen, hun pijn en over hun trots.

De presentatie werd gehuld in muzikaliteit. Arturo Den Hartog, Roël Calister, Jeangu Macrooy en het ZO! Gospel Choir brachten elk op hun geheel eigen wijze hun gevoelens bij het museum ten gehore. Zo zong Jeanu Macrooy “we will write our own future in gold” en het ZO! Gospel Choir “take the shackles of my feet so I can dance”.

Afbeelding

Demissionair premier Rutte was niet aanwezig bij de presentatie, maar had wel een boodschap. Daarin zei hij dat dit museum een belangrijk onderdeel is van het verhaal achter de komma, na de excuses. Staatsecretaris Gräper – van Koolwijk was wel aanwezig. Ze sprak over he nationale karakter van het museum, dat er voor iedereen komt en over iedereen gaat. “Het is een opgave voor ons allen”. Toen ze het “Ninsee” als “Ninsie” uitsprak, liet de zaal van zich horen. Desondanks wist ze zichzelf niet te verbeteren. Burgemeester Halsema liet in haar boodschap weten dat het museum onmisbaar is voor de hoop op de weg naar een toekomst zonder racisme. Wethouder Touria Meliani benadrukte dat het museum over meer gaat dan alleen jaartallen. “Het gaat om historisch besef, begrijpen welke diepgewortelde pijn mensen meedragen, soms verzacht door erkenning.” Ook bedankte ze de indieners van het voorstel, die op de voorste rij zaten.

In december 2017 dienden de toenmalige Amsterdamse raadsleden Simion Blom (GroenLinks), Nelly Duindam (SP) en Sofyan Mbarki (PvdA) een voorstel in om de mogelijkheden voor een Nationaal Slavernij Museum te onderzoeken. Nu, iets meer dan zeven jaar later, werd het plan gepresenteerd om dit te realiseren.

Het museum moet het hele verhaal vertellen, over ons en met ons. Dat is nodig, want “het hele verhaal is nog steeds geen onderdeel van het collectieve geheugen.” Aldus John Leerdam.

Vertel het hele verhaal, over ons, met ons.

Konta ful e storia, di nos, ku nos.

Ferteri a heri tori, fu unu, nanga unu.

Tell the whole story, about us, with us.

Peggy Brandon vertelt dat het museum bedoeld is om gemeenschappen hun verhalen te laten delen. “Door gemeenschappen te activeren wordt gelijkwaardigheid gestimuleerd.” Het museum zal gaan over weerbaarheid, verzet en traditie. Als je het museum binnenkomt staat je in het heden. “Daar komen we allemaal samen, net als vandaag, hier en nu.” Vandaar uit kan je naar verschillende tijdvakken uit de geschiedenis.

Er komt een kindermuseum, een keuken waar we samen kunnen koken, een plek voor stilte. Een museum om te netwerken en elkaar beter te leren begrijpen. “Het museum is er al, in onze hoofden en onze harten. En het kan niet snel genoeg in een gebouw komen.”

David Brandwagt mag de, volgens de kwartiermakers, meest geschikte locatie onthullen. Een waardige plek, centraal, open, aan het water en bij een park, een plek met een relatie met het koloniaal verleden. De juiste plek voor het museum is het Java-eiland, vond ook de zaal. Of het museum daadwerkelijk hier komt is nog afhankelijk van onder andere de gemeente Amsterdam en vergunningen. Wie het museum gaat ontwerpen moet besloten worden aan de hand van een internationale prijsvraag voor architecten. Alle architecten wereldwijd kunnen meedoen. Het doel is om in 2030 het museum te kunnen openen.

“Dat betekent niet dat we in stilte wachten”, vult Brandon aan. “We gaan door met het ophalen van verhalen.” Ook komen er pop-up tentoonstellingen in het hele koninkrijk. De eerste tentoonstelling zal vanaf 28 maart te zien zijn in het Verzetsmuseum.