Afbeelding

Geldmaat Foto Magda Augusteijn

“Moneytransfers zijn van levensbelang”

Dagelijks komt ongeveer 615.000 euro van Nederland naar Suriname in de vorm van geld, goederen en diensten. De waarde van de formele remittances – de officiële overdrachten – wordt door het Surinaams Centraal Bureau voor de Statistiek geschat op zo’n 160 miljoen US-dollar per jaar. (Surinaamse) Nederlanders sturen elke week geld naar familie en vrienden in Suriname. Veel Surinamers zijn voor hun dagelijkse huishouden afhankelijk van deze remittances. In deze reportage volgen we verschillende Surinaamse Nederlanders die geld sturen naar hun familie in Suriname. Welke impact heeft dit op hun eigen budget en ontwikkelingskansen in Nederland?

Tekst Miriam van Coblijn

Ook naar andere landen gaat geld vanuit Nederland in de vorm van remittances. “Van de geldstroom uit Nederland profiteren vooral Marokko (85,5 miljoen euro in 2020), Turkije (84,9) en Suriname (81,7), maar ook China, Spanje en Roemenië behoren tot de toptien-ontvangers. Dit betreft overigens alleen geld dat via formele kanalen is verstuurd, het werkelijke bedrag ligt vele malen hoger”, aldus senior-onderzoeker Marjan de Gruijter van het Verwey Jonker Instituut, naar aanleiding van een onderzoek uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Financiën.

In dit artikel richten we ons op Suriname. Sahairah Bhattoe (46) verliet in 2006 Suriname en woont en werkt sindsdien in Amsterdam. “Mijn familie in Suriname is aan het struggelen, en dat geldt voor iedereen daar, de gewone Surinamer raakt verarmd. De situatie was al schrijnend toen president Santokhi in juli 2020 de macht overnam."

"Door het financiële wanbeleid van de vorige regering Bouterse, en de torenhoge schulden staat het land er economisch slecht voor."

"Er is de afgelopen tien jaar veel meer geld uitgegeven dan er binnen is gekomen. De coronacrisis kwam daar nog bovenop. Prijzen waren al gestegen, maar onder Santokhi is alles duurder geworden. Dat komt onder meer door de inflatie maar ook door de verhoging van benzineprijzen, daardoor wordt alles dan direct een stuk duurder, ook voedsel en levensmiddelen. De salarissen zijn ondertussen niet mee gestegen.”

A must

De incidentele financiële bijdrage van Bhattoe’s familie is van lieverlee structureel van aard. Bhattoe: “Alweer 18 jaar ondersteunen mijn zus en ik onze moeder en broertje in Suriname. Allereerst was er de noodzaak om financieel bij te dragen omdat hun inkomen niet toereikend was vanwege de slechte economische situatie. En nu is mijn moeder ook nog hulpbehoevend."

Dankzij onze financiële bijdrage kan ze thuis in haar vertrouwde omgeving blijven wonen. We betalen de hulp in de huishouding voor haar en er blijft nog geld over om levensmiddelen aan te schaffen. Elke maand sturen we 300 euro en één keer in de drie maanden een pakket gevuld met verzorgingsproducten en voedingsmiddelen. Met feestdagen en verjaardagen krijgen ze een extraatje. En één keer per jaar komt mijn moeder naar Nederland op vakantie. Ze waarderen onze steun en ze zijn er zeker blij mee.”

Afbeelding

Geld in portemonnee. Foto Magda Augusteijn
Foto Magda Augusteijn

Bhattoe is getrouwd en heeft geen kinderen. Ze werkt als financieel beheerder bij de Hogeschool van Amsterdam. Ze heeft geen geldzorgen, wel is ze bezorgd als ze merkt dat het gedoneerde geld door haar moeder en broertje soms niet verantwoord wordt besteed en dat er per maand plotseling meer nodig is.Dat geeft stress omdat men in Suriname heel makkelijk met geld omgaat. “Wel stoor ik me aan de Surinaamse mentaliteit. Zodra ze iets tekort komen, belt men naar Nederland en dan verwacht men binnen no time cash.”

“We proberen mijn moeder en broertje aan te sporen om bijvoorbeeld een moestuin te maken. Zelf heb ik een keer het initiatief genomen en de voorbereiding gedaan. Helaas is er niets van terecht gekomen. We vertellen ze hoe belangrijk het is om oefeningen te doen voor hun gezondheid. Er wordt positief en instemmend geantwoord maar zodra wij uit beeld zijn is het over. Je probeert hen zoveel mogelijk met raad en daad vanuit Nederland te stimuleren. Toch hebben we nooit overwogen om te stoppen met financieel bijspringen. Ze is en blijft onze moeder en we voelen de verplichting om haar zolang ze leeft te blijven ondersteunen. Voor mij is honderd euro geen onoverkomelijk bedrag. Ik zie het als mijn taak om haar te helpen.”

Onuitgesproken verwachting

Van de diaspora die Suriname voor Nederland verliet, wordt verwacht dat geldtransfers er vaak zijn als een vorm van sociale zekerheid, maar aan wie en waarom mensen geld naar het land van herkomst sturen is, zo blijkt uit gesprekken, erg individueel. Het hangt af van de context en de cultuur. Ook blijkt dat familie in Nederland het sturen van geld en goederen ondertussen ervaart als ‘een onuitgesproken verwachting’. Niet enkel de context van migratie speelt een rol bij de verwachtingen. Ook gender speelt mee. Voor mannen gelden in sommige gevallen andere regels dan voor vrouwen. Veel mensen in Suriname zullen per definitie vanwege een heersend taboe over minder verantwoordelijkheidsbesef bij mannen vaker bij hun vrouwelijke familieleden aankloppen voor geld. Zelfs als die significant minder verdienen dan mannelijke familieleden.

Evelien Chin A Pauw (47) is sinds 2000 in Nederland, ze is kostwinner en werkt als pedagogisch medewerker bij een kinderdagverblijf in Amsterdam. Haar 19-jarige inwonende dochter studeert aan de Hogeschool in Leiden.  “Op verzoek van mijn familie stuur ik goederen naar Suriname. Het geld voor de aankoop van de boodschappen sturen ze zelf naar mij op."

“Mijn toekomst ligt hier. Met het beetje geld dat ik opstuur, wil ik vooral dat mijn familie wat zorgelozer kan leven.”

"Vrijblijvend regel ik af en toe ook een pakket met huishoudelijke producten voor mijn broer en zus. Meestal gaat het om wasmiddel, schoonmaakproducten en kleding. Mijn bijdrage stellen ze erg op prijs. Ik ervaar totaal geen emotionele en of sociale druk. Mijn toekomst ligt hier. Met het beetje geld dat ik opstuur, wil ik vooral dat mijn familie wat zorgelozer kan leven. Ook ondersteunde ik mijn moeder financieel toen ze nog leefde. Dat deed ik onvoorwaardelijk en met liefde. Bij voorbaat zeg ik nooit nee, indien er een beroep op mij gedaan wordt. Gelukkig heb ik het financieel goed op orde en komen mijn dochter en ik niks tekort. We leiden een comfortabel leven zonder geldzorgen”, vertelt Chin A Pauw.

Verkeerde verwachtingen

Joshua Ritfeld (27) kwam in 2023 vanuit Suriname naar Nederland voor de studie Bachelor Fiscaal Recht aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Toen hij hier aankwam, was hij in afwachting van studiefinanciering. Hij kreeg wel financiële steun van zijn oudste zus, die al jaren in Nederland woont.

Voedselpakket. Foto Magda Augusteijn
Voedselpakket voor Suriname. Foto Magda Augusteijn

“Vandaag de dag heb ik een bijbaan als planner voor twintig uur per week bij een boekhoudkantoor. Daardoor ben ik in staat om mijn moeder in Suriname financieel te helpen. Van de duizend euro studiefinanciering die ik ontvang, is zeshonderd euro bestemd voor woonlasten."

"Voor mijn moeder klonk het niet logisch toen ik geen geld naar haar kon opsturen. Ze vergeleek de Surinaamse dollar met de euro en vroeg zich af hoe ik toch zo moeilijk rondkwam. Voor mij is vijftig of honderd euro niet langer een onoverkomelijk bedrag, mijn moeder kan er wekelijks voedingsmiddelen mee kopen. Het is mijn taak als zoon om haar te helpen. Mijn zus heeft meegemaakt dat familieleden geen enkele dankbaarheid toonden als zij geld naar Suriname overmaakte. Het gaat om foute verwachtingen omdat mensen slecht met elkaar communiceren."

Het in stand houden van een aaneenschakeling van verkeerde verwachtingen werkt volgens hem averechts en creëert alleen maar afstand en illusies, ook al klinkt dat misschien heel westers. Het is lastig om te zeggen dat je het moeilijk hebt. Want wat ben je dan? Een loser? Of toch gewoon gierig? “Mentaal zit de levensstijl van het thuisland -de regels, de verwachtingen, de veronderstellingen – nog steeds ingebakken. Als je dan in Nederland bent, is er weinig ruimte om te reflecteren. Geldtransfers kunnen als dwang ervaren worden. Daarom is het belangrijk dat je aan je familie in Suriname vertelt wat je hier verdient of krijgt, en ook wat je allemaal moet betalen en wat je dan wel of niet kunt versturen en kan er begrip voor de situatie ontstaan waarin wij in Nederland verkeren.”

Omvang remittances groter dan bedragen ontwikkelingssamenwerking
Onlangs verscheen het World Migration Report 2024 van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM). Dit rapport, dat de wereldwijde migratietrends en -data zichtbaar maakt, vermeldt ook hoeveel geld (arbeids)migranten jaarlijks betalen aan familieleden en/of vrienden in hun land van herkomst, de zogenoemde ‘ remittances’. En wat blijkt? Vanuit Nederland maakten migranten in 2022 maar liefst 15 miljard euro over naar hun thuislanden. Een flinke geldstroom die niet valt onder ontwikkelingshulp en die veelal onderbelicht is.

Het Verwey-Jonker Instituut meldt in een onderzoek uit 2022 in samenwerking met Andersson Elffers Felix, uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Financiën, dat de ‘omvang van  remittances naar ontwikkelingslanden groter [is] dan de omvang van directe investeringen en ontwikkelingssamenwerking bij elkaar opgeteld’. Het World Migration Report bevestigt dit beeld: in 2024 bedroeg de totale omvang van internationale  remittances zo’n 831 miljard dollar. Ter vergelijking: in 2000 was dit nog 128 miljard dollar; een verzesvoudiging dus in 24 jaar tijd.

marjan-de-gruijter. Bron: Jonker Verweij Instituut
Marjan de Gruijter. Bron: Verwey-Jonker Instituut

“Wat verder opviel is dat in het algemeen mensen soms bang zijn voor hun uitkeringen als de Nederlandse overheid weet dat zij remittances versturen. Daar is echter in feite geen juridische grond voor, al gaan verschillende wetten er wel vanuit dat uitkeringen in de praktijk geen financiële ruimte meer laten voor remittances. Deze beelden maken migranten terughoudend om zich te identificeren en om formele kanalen te gebruiken”, zegt De Gruijter.

Informele kanalen

Veel migranten gebruiken informele kanalen, zoals online-aanbieders of banken die geen vergunning bezitten voor remittances omdat ze niet voldoen aan regels tegen witwassen en terrorismefinanciering. De transactiekosten zijn dan vaak lager en ook kunnen overboekingen zo verborgen worden gehouden voor de Nederlandse overheid. De bedragen die via de informele kanalen worden verstuurd, zijn niet bekend en dus ook niet meegenomen in het onderzoek. Het totaal aan jaarlijkse remittances valt dus nog hoger uit dan de cijfers die uit het onderzoek naar voren komen.

Dit artikel is onderdeel van de serie ‘Surilines’, een onderzoek naar de banden tussen Suriname en Nederland in de aanloop naar vijftig jaar onafhankelijkheid. Bezoek de website www.surilines.nl voor meer informatie. Deze publicatie is tot stand gekomen met steun van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten.

Logo Fonds BJP