Herdenking Slavernijverleden in Museum Volkenkunde Leiden

Dit jaar is het 150 jaar geleden dat in Suriname de slavernij werd afgeschaft. Ieder jaar wordt op verschillende plekken in Nederland de slavernij herdacht en de afschaffing gevierd. Keti Koti, wat ‘verbroken ketenen’ betekent, herinnert ons aan het belang om op een gelijkwaardige manier met elkaar om te gaan en allen die hebben geleden onder de slavernij en het koloniale bewind te gedenken.

Tijdens Keti Koti heeft Museum Volkenkunde een speciale plek in het programma op vrijdag 30 juni met een herdenking in de museumtuin van 15.00 tot 16.30uur. Denussa Frijde brengt samen met haar oom Sylvester Aboikoni het plengoffer. 

Plengoffer door twee generaties

Denussa Frijde is afstammeling van de Marrons, die in de tijd van de slavernij de Surinaamse plantages ontvluchtten en in het binnenland hun eigen dorpen vormden. Haar overgrootvader Agbago Aboikoni was tot 1989 opperhoofd van de Saamaka, een van de Marrongemeenschappen in Suriname. Frijde brengt samen met haar oom Sylvester Aboikoni het plengoffer. 

De aanwezigheid van twee generaties zien we ook terug bij de mini lezing door cultureel antropoloog Thomas Polimé, die hij samen met zijn zoon houdt.

Op het programma staan verder zang door de Surinaamse seniorengroep Voor Elkaar, een gedicht door stadsdichter Zoë van de Kerkhof en speeches door museumdirecteur Marieke van Bommel en burgemeester Henry Lenferink. Het programma wordt afgesloten met de kranslegging.

Activiste en publiciste Janice Deul leidt het programma, dat tot stand is gekomen in samenwerking met voorzitter Jacintha Groen-Stewart van het Comité 30 juni / 1 juli Leiden. De herdenking wordt mede ondersteund door het Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis (NiNsee), Museum Volkenkunde en de stichting Songs of Freedom.  

Het programma in Museum Volkenkunde is met name voor genodigden, maar als anderen willen aansluiten, zijn zij zeker welkom.