Don Ceder, no 4 ChristenUnie: “Er breekt een nieuw seizoen aan in mijn leven”
Joan de Windt interviewde Don Ceder, kandidaat Tweede Kamerlid voor ChristenUnie. Don Ceder begon op zijn 25e zijn eigen advocatenkantoor om mensen in nood bij te kunnen staan. Nu stapt hij over naar de wetgevende macht. Don neemt zitting in de tweede kamer voor de ChristenUnie.
Gefeliciteerd, u komt vrijwel zeker in de kamer.
Don Ceder: “Nummer 4 is een mooie uitgangspositie als je naar resultaten uit het verleden kijkt. Maar we hebben nog een verkiezing te gaan. De laatste jaren heb ik mijn ziel en zaligheid in mijn advocatenkantoor gestopt en mij met juridische bijstand beziggehouden, maar straks ga ik me bemoeien met het beleid. Er breekt een nieuw seizoen aan in mijn leven.”
Waar ga je op focussen in de kamer?
“Als advocaat heb ik me beziggehouden met o.a. de schuldenproblematiek, dak- en thuislozen, huurbescherming, de problematiek in de bijstand en de toeslagenaffaire. Ik denk dat ik met de ervaring die ik meeneem een toevoeging kan zijn. Als gemeenteraadslid in Amsterdam heb ik mij ook beziggehouden met het lot van ongedocumenteerde kinderen. Ze gaan hier naar school en hebben hun leven hier, maar na hun 18e vallen alle mogelijkheden weg omdat ze niet de juiste papieren hebben. Dat krijgt nu nog te weinig aandacht in de Kamer en dat moet anders.
Don Ceder groeide op in de Bijlmer, als kind van een Ghanese moeder en een Surinaamse vader. Hij draait inmiddels al wat jaren mee in de Amsterdamse gemeenteraad. Vier jaar geleden deed hij ook een gooi naar een Tweede Kamerzetel, maar viste als nummer zeven, net achter het net.
“Ik geloof dat we niet alles van de overheid kunnen verwachten, maar dat er ook heel veel oplossingen vanuit de samenleving mogelijk zijn, als we deze maar in hun kracht zetten. Denk aan buurtinitiatieven, betrokken gezinnen, vrijwilligersorganisaties en kerken die zich voor hun naasten inzetten. Zo bloeit ook het onderlinge contact op. De overheid kan een faciliterende rol spelen en dient een sociaal vangnet te bieden voor degenen die tussen wal en schip dreigen te vallen. Maar de overheid heeft zeker niet alle wijsheid in pacht. Veel buurten zijn heel goed in staat om met bijvoorbeeld een wijkraad te beslissen wat goed voor hen is.”
Heb je een bepaalde politieke stijl?
“Ik ga geregeld op zoek naar verhalen die nog niet breed verteld worden, naar verhalen van mensen die niet gehoord worden. Ik wil hun verhalen in het politieke debat brengen. Ik denk dat sommige mensen het gevoel hebben dat ze vergeten zijn. Ik wil juist opkomen voor mensen die niet gehoord worden..”
Hoe denk jij over kleur in de kamer?
“Ik denk dat de kamer zeker meer diversiteit kan gebruiken. Naast dat het goed is om meerdere perspectieven in de Kamer te hebben, is herkenning voor veel mensen belangrijk. Die herkenning is nu bijv. voor veel mensen uit de afro-Caribische gemeenschap niet aanwezig. Diversiteit gaat overigens echt niet alleen over kleur, maar ook over geslacht, leeftijd, regio en opleidingsniveau.
Ik denk dat als je als partij echt divers wil zijn, je zeker óók moet denken aan diversiteit in besturen en in selectiecommissies. Kortom, zodat de mensen op beleidsbepalende posities achter de schermen ook andere perspectieven meenemen. Zo krijg je een verbreding van leiderschap. Dan vertaalt zich dat uiteindelijk vanzelf naar een inclusievere kandidatenlijst.”
Hoe ga jij zaken voor elkaar krijgen?
“Politiek is naast uitspreken waar je voor staat, ook echt een vak. Als je nooit een meerderheid in de kamer weet te overtuigen, dan blijft het bij woorden. Dus is het belangrijk om het gesprek aan te gaan. Ik probeer de komende jaren het gesprek aan te gaan en partijen en kamerleden te overtuigen van wat de partij denkt dat belangrijk is. Het is ook een kwestie van luisteren en op het juiste moment met de juiste agendapunten en voorstellen komen. Vaak moet je met punten ook geduld hebben totdat de tijd wel rijp is. Ik ben een optimist. Als iets lukt is het mooi, anders opstaan en weer verder gaan. Dat werkt voor mij.
Wat ga je doen aan de lage opkomst onder zwarte en migrantengroepen?
Die lage opkomst is inderdaad een uitdaging, maar het is belangrijk om te weten waar dat vandaan komt. Er is een hoop vertrouwen verloren gegaan de afgelopen jaren. Mensen denken dat hun stem er niet toe doet. Maar hun stem doet er wel toe. Ook NIET gaan stemmen heeft gevolgen, want dan krijgen mogelijk partijen ruimer baan waar je het niet mee eens bent. Deze weken wordt het echt een uitdaging om mensen te overtuigen hun stem uit te brengen.
Hoe ga jij om met de emoties van kiezers?
Je hebt als kamerlid een verantwoordelijkheid om enerzijds de verkiezingsbeloften waar te maken, maar ook de verantwoordelijkheid om verstandige keuzes te maken en geld verantwoord uit te geven. Als iets niet kan moet je er eerlijk over zijn. Leiderschap tonen is ook richting geven, zelfs als dat onder een bepaalde groep minder positieve reacties kan oproepen. Ik vind dat politici te vaak kiezen met als doel om hun achterban tevreden te houden. Soms is het echter belangrijk dat politici de verantwoordelijkheid nemen om mensen mee te nemen in de richting waarvan jij denkt dat dat juist is.
Waarom moet ik op jou stemmen?
Ik denk dat ik een van de weinige kandidaten ben die zowel ervaring heeft op politiek niveau als in de advocatuur én dat mijn achtergrond als Amsterdamse Ghanees- Surinaamse Nederlander de Kamer van nieuwe perspectieven kan voorzien. Daarnaast hoop ik het geluid te vertolken van veel mensen. Ik vraag daarom het vertrouwen van mensen zodat ik hun verhalen ook in de kamer kan meenemen.
Heb jij een lijfspreuk waarnaar je leeft?
Ik heb niet perse een lijfspreuk, maar deze typeert wel enigszins hoe ik in het leven sta: ‘Doe je best en God doet de rest.’ Ik geloof dat we niet alleen leven voor onszelf, maar dat we voor iets groters leven. Dat motiveert mij om, wat ik heb gekregen, in te zetten voor anderen.