De rinkelende kassa's van Suri-Change
Elk jaar ontvangt Suriname 160 miljoen Amerikaanse dollar van familie en vrienden in het buitenland. Dankzij deze remittances houden Surinamers nog net het hoofd boven water. Gelovermakingskantoren zijn dan ook niet meer weg te denken uit de Surinaamse economie. Daar maken criminelen flink misbruik van.
Door Zoë Deceuninck en Miriam van Coblijn
Maandag 27 maart 2023. De politie valt binnen bij het hoofdkantoor van Suri-Change, vlakbij het Centraal Station in Rotterdam. Rechercheurs nemen computers en bedrijfsadministratie in beslag. Er worden zes woningen en twee bedrijfspanden doorzocht. Na de inval gaan bij verschillende filialen van Suri-Change explosieven af. Er worden vijf personen aangehouden, waaronder Vyash M., directeur van Suri-Change, en zijn vader Chan M., president-commissaris van het bedrijf. Het Openbaar Ministerie (OM) verdenkt de Rotterdammers van ondergronds bankieren en het witwassen van drugsgeld op grote schaal. De politie legt beslag op 42 woningen, met een geschatte waarde van in totaal zo’n 25 miljoen euro.
Suri-Change is een Nederlands geldtransactiekantoor met zo’n 50.000 klanten. Het bedrijf bestaat al sinds 1990 en is internationaal actief, maar richt zich van oorsprong op geldovermakingen tussen Suriname en Nederland. Jaarlijks verwerkt het zo’n 188.000 geldtransacties. 70 procent daarvan heeft betrekking op Suriname.
Het systeem werkt als volgt: klanten storten in Nederland (cash) geld op de rekening van Suri-Change. Die stort of boekt vervolgens het geld over op de rekening van de Surinaamse Surichange Bank NV, die speciaal daarvoor een rekening heeft geopend bij ABN AMRO. De tegenwaarde van de betaling wordt vervolgens door de Surichange Bank in Surinaamse dollars (SRD) – en vaak al binnen een paar minuten – in Suriname uitgekeerd aan de begunstigde.
Remittances
27 procent van de lage en middeninkomens in Suriname ontvangt op deze manier inkomsten uit het buitenland. Het is een veelgebruikte oplossing voor landen waar het hebben van een bankrekening niet vanzelfsprekend is, zoals in Suriname, waar één op drie burgers geen bankrekening heeft.
De formele remittances vanuit Nederland naar Suriname worden door het Centraal Bureau voor de Statistiek geschat op 160 miljoen Amerikaanse dollar per jaar. Volgens Vyash M. gaat meer dan de helft via Suri-Change. Dat stelde hij tijdens het 25-jarig jubileumfeest van zijn bedrijf in 2015. In de eerste vijftien jaar van haar bestaan pompte het Nederlandse geldovermakingskantoor naar eigen zeggen één miljard Amerikaanse dollar in de Surinaamse economie.
De afgelopen jaren was het dan ook regelmatig druk voor de ingang van de Surinaamse Surichange Bank NV, gelegen in hartje Paramaribo. Surinamers staan hier regelmatig in lange rijen om de financiële bijdrage van vrienden en familie uit Nederland in ontvangst te nemen. Sinds 2015 is de waarde van de SRD met ruim duizend procent gedaald. Dankzij de remittances houden Surinamers nog net het hoofd boven water. Maar ook criminelen maken gebruik van de diensten.
Miljoenen euro’s
Hoeveel crimineel geld er precies door de kassa’s van Suri-Change ging, is niet bekend. Volgens het OM gaat het om miljoenen euro’s. De 49-jarige Vyash M. en 73-jarige Chan M. zouden volgens het OM gebruik hebben gemaakt van een crimineel financieel netwerk in Nederland, Slowakije en Suriname om contant geld, ‘vermoedelijk afkomstig van drugshandel’, in de markt te brengen. Het geld werd vervolgens ongezien de wereld overgestuurd en in het buitenland uitgegeven door nietsvermoedende burgers.
“Criminele netwerken kunnen alleen actief blijven als zij internationale geldstromen opzetten die ondergronds of op een verhulde manier plaatsvinden”, zegt Robin de Jager, chef van het Financieel Economische Criminaliteitsteam op de Dienst Landelijke Recherche. “Internationale transacties van grote bedragen cash geld zijn gerelateerd aan de financiering van criminele activiteiten en vormen een business op zich.” Het witwassen van crimineel geld binnen de zware georganiseerde criminaliteit is volgens de teamchef ‘onlosmakelijk verbonden’ met het gebruik van grof geweld. “Het heeft daarom de volle aandacht van de politie”, zegt de Jager.
Politie zelf jarenlang klant bij Suri-Change Het verbaast daarom des te meer dat ook de Nederlandse Politie zelf jarenlang klant was bij Suri-Change. Sinds 2016 kwam ze hier over de vloer om in beslag genomen buitenlandse valuta om te wisselen in euro’s. Die euro’s werden vervolgens teruggestort op een bankrekening van de politie. Suri-Change hield er ‘enkele tienduizenden euro's commissie’ aan over, zegt een woordvoerder van de Nationale Politie tegenover Nieuwsuur. De politie ging met Suri-Change in zee omdat er in Nederland ‘weinig mogelijkheden’ zijn om buitenlandse contante valuta om te wisselen. ‘Het is een kleine markt met enkele partijen. Reguliere banken doen dat niet meer.’ |
In oktober 2023 trok DNB de vergunning voor Suri-Change in. Sindsdien staat het bedrijf niet meer geregistreerd bij DNB. Inmiddels zijn alle filialen van Suri-Change gesloten. In de kantoren waar de afgelopen jaren miljoenen euro’s over de wereld werden gestuurd, hebben nu andere winkels hun intrek genomen. In de Bijlmer in Amsterdam is er een reisbureau en een schoonmaakbedrijf gevestigd, in Rotterdam kan je er terecht de aankoop van Surinaams-Hindoestaanse cultuurbenodigdheden. Bij andere filialen hangen de rolluiken naar beneden of zijn de ramen afgeplakt.
Suriname
Een ander beeld heerst in Suriname, waar het kantoor van de Surichange Bank NV – hoewel het er heel erg rustig is – nog gewoon open is. De Surichange Bank bestaat sinds 2005 en fungeerde aanvankelijk als wisselkantoor (ze kreeg de allereerste cambio vergunning in Suriname, red.), maar groeide uit tot een gewone bankinstelling.
Chan M., de oprichter en president-commissaris van Suri-Change in Nederland, werd in 2005 ook aangesteld als president-commissaris van de Surinaamse bank. Hij bleef dat tot zeker maart 2020, toen de Surichange Bank de Nederlandse bank ABN AMRO voor de rechtbank in Amsterdam sleepte.
Eind 2019 had ABN AMRO namelijk de samenwerking met de Surinaamse bank opgezegd vanwege ‘risico’s van reputatieschade en witwassen’. Dit gebeurde nadat ABN AMRO ‘een groot aantal ongebruikelijke transacties’ had ontdekt. De Surichange Bank vond de opzegging onrechtmatig, maar de rechter besliste er anders over.
Verkeerde SWIFT-codes
De Surinaamse bank kon namelijk niet ontkennen dat ze ‘soms verkeerde SWIFT-codes heeft ingevuld’, waardoor de aard van de transacties en de daarbij betrokken partijen verborgen bleven. Daardoor kon ABN AMRO niet voldoen aan haar plicht om transacties goed te monitoren op witwassen en terrorismefinanciering. ‘ABN AMRO had voldoende gronden om de bankrelatie met Surichange Bank op te zeggen’, besliste de Rechtbank Amsterdam.
Terence Gonesh, sinds 2022 directeur van de Surichange Bank, ontkent dat de bank een link heeft met Suri-Change en distantieert zich van de gebeurtenissen in Nederland. Gonesh stelt dat Suri-Change cliënt was bij de Surichange Bank en die laatste slechts uitbetalingen verrichte. Het betroffen kleine geldovermakingen aan familieleden in Suriname ter ondersteuning van hun levensbehoeften, stelt Gonesh. De link tussen de organisaties dateert volgens de bankdirecteur van ‘ruim 15, 20 jaar geleden’ en is ‘niet meer aan de orde’.
Kort nadat Suri-Change in Nederland werd binnengevallen door de politie, stelt de Centrale Bank van Suriname (CBvS) dat ze geen verdachte transacties heeft geconstateerd bij de Surinaamse tak van het bedrijf. Het OM in Suriname vond geen reden om een onderzoek in te stellen naar de activiteiten van Surinaamse bank. De naam van de verdachte Chan M. prijkt ook niet (meer) op het uittreksel van de Kamer van Koophandel en Fabrieken in Suriname. De raad van commissarissen werd voor het laatst in juli 2020 aangepast.
In mei 2023, twee maanden nadat de politie het hoofdkantoor van Suri-Change in Nederland binnenviel, heeft de Surinaamse bank besloten de uitbetalingen van geldovermakingen stop te zetten, in afwachting van meer duidelijkheid over de situatie. Alle overige diensten van de Surichange Bank in Suriname vinden normaal voortgang.
‘Geen groot risico’
“Geldovermakingskantoren vormen geen groot risico voor witwassen”, zegt Shakuntala Gangadin-Algoe, hoofd van de afdeling Financiële Integriteit bij de CBvS en ondervoorzitter van de Nationale Anti Money Laundering Commissie in Suriname. Recentelijk heeft de CBvS nog een risicoanalyse uitgevoerd waaruit blijkt dat overmakingskantoren – alsook wisselkantoren – een gemiddeld risico lopen. “Er worden wel middelen overgemaakt, maar het zijn meestal geen grote bedragen. Het gaat om honderd, tweehonderd euro naar familieleden”, zegt Gangadin-Algoe. “Ook ouders in Suriname maken geld over voor hun studerende kinderen in Nederland.”
Een geldovermakingskantoor dient bij elke transactie de gegevens bij te houden van de zender en ontvanger. En wanneer er meer dan duizend euro wordt overgemaakt is het verplicht een verscherpt cliëntenonderzoek in te stellen, aldus de richtlijn van de CBvS. Het Staatsbesluit Indicatoren Ongebruikelijke Transacties stelt een grensbedrag van 2000 euro voor. De klant moet dan kunnen aantonen waar het geld vandaan komt en het overmakingskantoor is verplicht de ‘ongebruikelijke transactie’ te melden bij de Financial Intelligent Unit (FIU) Suriname, die de transacties verder analyseert. Eenzelfde systeem geldt ook in Nederland.
Ongebruikelijke transacties Suriname en Nederland In 2022 zijn er in Nederland bijna twee miljoen ongebruikelijke transacties gemeld door bijna tweeduizend verschillende instellingen. Slechts in 0,04 procent van de gevallen was de melding afkomstig van een wisselinstelling (exclusief Caribisch Nederland). De totale waarde van alle transacties bedroeg bijna dertig miljard euro. |
Uit het voorlopig onderzoek naar de handel en wandel van Suri-Change in Nederland blijkt dat het bedrijf in de afgelopen jaren ‘honderden’ ongebruikelijke betalingen te laat heeft gemeld bij de overheid. “Onze financiële integriteit waarborgen is niet makkelijk”, zegt Klaas Knot, CEO van DNB in een reactie. “Dat zien we in de Nederlandse praktijk en dat zien we in Suriname, ‘where cash is king’.”
Knot waarschuwt dat als Suriname – dat wordt bestempeld als een ‘hoog risico’-land op het gebied van witwassen – achteropraakt in de bestrijding van witwassen, de kans groot is dat Nederlandse banken hun correspondentrelaties met Surinaamse tegenpartijen zullen beëindigen. Ook de ING heeft begin 2020 bankrekeningen van financiële instellingen in Suriname opgezegd. Suriname loopt daarmee het risico geïsoleerd te raken in het internationale financiële circuit. “Dat zou niet alleen slecht zijn voor de financiële sector, maar ook voor de Surinaamse economie en samenleving”, aldus Knot.
Sinds 2021 heeft DNB de samenwerking met de CBvS, nadat die jaren stillag, weer hervat. In dat kader was Knot dit voorjaar nog op werkbezoek in Suriname. DNB adviseert de directie van de CBvS in goed bestuur en coördineert verschillende samenwerkingsprojecten, veelal van technische aard. Recentelijk is een nieuw project gestart dat concrete richtlijnen moet maken voor alle financiële instellingen in de strijd tegen witwassen.
Het onderzoek naar Suri-Change loopt nog. Het OM heeft besloten om de vijf verdachten te vervolgen. “De dagvaarding wordt uitgebracht”, zegt Brechtje van de Moosdijk, woordvoerder bij het Landelijk Parket van het OM. “Aan de verdediging is het onderzoeksdossier en de tenlastelegging overhandigd en gevraagd hierop te reageren.”
De eigenaren van Suri-Change zelf ontkennen alle beschuldigingen en hebben een beloning van 20.000 euro uitgeloofd voor een tip die leidt tot aanhoudingen van de mogelijke daders van de explosies. In Suriname is de Surichange Bank inmiddels druk bezig met een ‘rebranding’ om de smet op haar naam weg te halen, laat directeur Gonesh weten. Maar ook dat mogen we niet vermelden in het artikel.
Dit artikel is onderdeel van de serie ‘Surilines’, een onderzoek naar de banden tussen Suriname en Nederland in de aanloop naar vijftig jaar onafhankelijkheid. Bezoek de website www.surilines.nl voor meer informatie. Deze publicatie kwam tot stand met medewerking van Vanessa Koster en met steun van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten.