Afbeelding

Ayaan Hirsi Ali

Ayaan Hirsi Ali: "Wat Afrikaanse landen nodig hebben is dat ze niet worden beroofd"

Ayaan Hirsi Ali, mensenrechtenactiviste, schrijfster en voormalig Tweede Kamerlid, was afgelopen weekend voor het eerst in tien jaar weer in Nederland: Door sommigen geliefd, door anderen verguisd. Omstreden en bejubeld. Het voormalig Tweede Kamerlid sprak op het symposium ter ere van het vijftigjarig bestaan van het CIDI (Centrum Informatie Documentatie Israël).

Terwijl het gebouw met rode verf werd besmeurd, en demonstranten buiten “KINDERMOORDERNAAR” scandeerden, sprak Hirsi Ali binnen over het gevaar wat volgens haar de islam is. Ze waarschuwde dat Nederland haar gezonde verstand niet moest verliezen.

Toen zij op 23-jarige leeftijd naar Nederland kwam voelde ze zich aangetrokken tot de linkse politiek. Ze werd lid van de PvdA. “Links heeft mij genezen van het antisemitisme waar ik mee ben groot gebracht. Maar,” vervolgde ze: “Progressief links heeft de mensenrechten waar ze voor stonden in de steek gelaten. Vrouwenrechten en de vrijheid van meningsuiting”. Als er vanuit het publiek een verklaring wordt gezocht waarom progressief links zoveel sympathie heeft voor de conservatieve islam reageert Hirsi Ali:  “Ze zullen het op de harde manier leren. Black Lives Matter, LHBTI, het zal worden onderworpen aan de sharia-wet.”

Op de vraag welke rol Afrikaanse landen kunnen of zouden moeten spelen in het conflict in Israël/Gaza betoogde Hirsi Ali dat Afrikaanse landen, net als alle andere landen, voorspoed willen. “Toen ik in Nederland kwam, 30 jaar geleden, zocht ik autonomie. Dat had ik niet in mijn eigen land, daar zou ik een slaaf zijn van man die mijn vader had uitgekozen.“ Ze vervolgt: “Wat Afrikanen willen is wat jullie hebben. Een zekere mate van vrijheid en voorspoed.”

Ze voegt er nog een sneer naar progressief links aan toe: “Het westen moet ophouden om Afrikanen linkse progressieve onzin wijs te maken. Links biedt een utopie en ook de islamisten houden Afrikanen een utopie voor. De sharia-wet. Maar ze snijden hen de keel door. Afrikaanse vrouwen zijn sterke vrouwen, die voorzien in eten en water. Maar de islamisten willen hen volledig met kleding bedekken. Dat is zó dom! De Chinezen komen om de Afrikaanse landen van hun mineralen te beroven. Wat Afrikaanse landen nodig hebben is dat ze niet worden beroofd, dat ze geen romantische verhalen worden verteld. Wat ze nodig hebben is voorspoed. En als we de waarden om de jeugd voorspoedig te maken delen, dan zal Afrika voorspoedig zijn.”

Daarmee lijkt zij te zeggen dat Afrikaanse landen zich niet in het conflict in Israël/Gaza moeten mengen. Dat Afrikaanse landen zich op hun eigen ontwikkeling moeten richten. En niet afhankelijk moeten zijn van het Westen, of van de moslimlanden, of van China. En daar kan je het niet mee oneens zijn, toch? Want daar waar Afrikaanse landen en mensen toch worden meegezogen in andermans conflicten, lijken ze altijd het onderspit te delven. Of het nou de oorlog in Oekraïne is, waar mensen van Afrikaanse afkomst het vluchten bijna onmogelijk werd gemaakt. Of de Sierra Leoonse vrouwen die worden uitgebuit in Libanon en bij het conflict met Israël als oud vuil worden afgedankt. Of Sudan, één van de ondertekenende landen van de Abraham akkoorden, waarin de ongelijkwaardigheid tussen Arabieren en mensen van Afrikaanse komaf regeringsbeleid lijkt. En de wereld wegkijkt van de gruweldaden en mensenrechtenschendingen die daar plaatsvinden.

Ayaan Hirsi Ali is gevormd door de onderdrukking die zij in haar moslimomgeving heeft ervaren. Hoe ze het doet, daar kan je van alles van vinden. Maar haar strijdbaarheid en inzet voor vrouwenrechten en de vrijheid van meningsuiting, met gevaar voor eigen leven, daar kan je niet om heen.

Ayaan Hirsi Ali werd in 1969 geboren in Mogadishu, Somalië. Ze groeide op in Somalië, Saoedi-Arabië, Ethiopië en Kenia, voordat ze in 1992 naar Nederland vluchtte om te ontsnappen aan een gedwongen huwelijk. In Nederland kreeg ze asiel, leerde de taal, en studeerde politicologie aan de Universiteit Leiden.

Hirsi Ali was aanvankelijk korte tijd lid van de Partij van de Arbeid (PvdA), maar stapte later over naar de VVD, waar ze in 2003 Tweede Kamerlid werd. In haar politieke werk richtte ze zich vooral op integratie, vrouwenrechten en de bestrijding van onderdrukking binnen migranten- en moslimgemeenschappen. Haar uitgesproken standpunten — vooral haar kritiek op de islam — maakten haar een invloedrijk maar ook omstreden figuur.

In 2004 schreef ze het scenario voor de film Submission met Theo van Gogh, wat leidde tot wereldwijde bekendheid en ernstige bedreigingen aan haar adres. Na de moord op Van Gogh verhuisde ze naar de Verenigde Staten. Daar richtte zij de AHA foundation op, een stichting die zich inzet tegen onder andere genitale verminking en kindhuwelijken. 

Ayaan Hirsi Ali AHA foundation

In 2006 zond Zembla een documentaire uit waarin naar voren kwam dat Ayaan Hirsi Ali bij haar naturalisatie had gelogen over haar achtergrond. Toenmalig minister van vreemdelingenzaken en integratie Rita Verdonk heeft toen onderzocht of het Nederlanderschap Hirsi Ali kon worden ontnomen. Hirsi Ali behield haar Nederlandse nationaliteit. 

Hirsi Ali schreef verschillende boeken, waaronder de autobiografieën Mijn vrijheid (Infidel, 2006) en Nomade (Nomad, 2010) en boeken zoals Ketters (Heretic, 2015) Prey: Immigration, Islam, and the Erosion of Women’s Rights (2021) De weg naar vrede: Een nieuwe verlichting voor de islam (2024), waarin zij haar kritiek op de islam uiteenzet.

Na haar vlucht uit de islamitische wereld waarin ze werd grootgebracht was Hirsi Ali lange tijd atheïst. In 2023 bekeerde zij zich tot het christendom. Over het atheïsme zei ze tijdens het symposium kort: “het is leeg”.

Hirsi Ali's werk en leven roepen uiteenlopende reacties op — bewondering om haar moed, kritiek op haar scherpe toon. Wat echter vaststaat: haar stem heeft wereldwijd impact in het debat over migratie, religie en de positie van vrouwen.