Afbeelding
Angélique Kidjo: “Holland Festival is een kans om het verhaal van Zwarte mensen te vertellen”
Als er iemand met recht de koningin van de ‘crossovers’ genoemd mag worden is het Angélique Kidjo wel. De Beniniaanse wereldster waagt zich graag aan kruisbestuivingen tussen uiteenlopende culturen en stromingen, wat resulteert in mooie muzikale vervlechtingen, die volgens eigen artistiek inzicht, maar altijd met respect worden uitgevoerd.
Door Robin Austen
Ze timmert al sinds 1981 aan de weg met muziek die in de buurt komt van afro-pop, zouk, Afrikaanse rumba en jazz, terwijl ze er zelf geen label aan wil plakken. Ze is opgenomen in de BBC-lijst van de 100 meest inspirerende en invloedrijke vrouwen over de hele wereld voor 2020 en ze prijkte vorig jaar als eerste vrouw in de lijst van zakentijdschrift Forbes, met de invloedrijkste veertig beroemdheden van Afrika.
Angélique Kidjo mag zich in het rijtje scharen van namen als Fela Kuti, Manu Dibango, Youssou N’Dour en Richard Bona. Allemaal Afrikaanse musici die hebben afgedwongen dat muziek uit het continent tegenwoordig een volwaardige receptie in de pers krijgt en ertoe hebben bijgedragen dat het imago van Afrika- in de rest van de wereld - een stuk positiever is geworden.
De uit Benin afkomstige zangeres gaat daarin een stap verder. Behalve pleitbezorger van Afrikaanse muziek is ze een bruggenbouwer, die als UNICEF-ambassadeur belangrijke thema’s aansnijdt. Haar laatste Album Mother Nature waarmee ze haar vijfde Grammy Award in de wacht sleepte, gaat over sociale ongelijkheid, de klimaatcrisis, politieke onderdrukking en politiegeweld. Kidjo werd voor de 75e editie van het Hollandfestival editie gevraagd als één van de twee associate artists.
Wat vindt u ervan dat het Hollandfestival een artiest met een Afrikaanse achtergrond benoemt tot Associate Artist?
Ik beschouw dat als een geweldige eer, maar ik zie het ook als een grote kans om het verhaal te vertellen van Zwarte mensen. Feitelijk niet alleen maar van Zwarte mensen, maar het verhaal van de gehele mensheid. We realiseren ons eigenlijk niet hoe onwetend een heleboel mensen zijn, als het gaat om de Zwarte cultuur. Het is niet altijd zo dat ze het perse niet willen weten, maar vaak ook dat ze gewoon geen toegang tot de juiste kanalen hebben. Ik hoop met mijn aandeel in dit festival mensen te kunnen verbinden en het verhaal ook vanuit het Afrikaanse perspectief te kunnen vertellen.
Hoe zou u uw muziek het best willen omschrijven?
Muziek is voor mij een universele taal die bestaat uit 12 noten. Met deze noten zijn we in staat deuren te openen voor onze complexe, emotionele wereld. Het maakt daarbij niet uit welk instrument je bespeelt. Maar als je een artiest bent en niet openstaat voor de schoonheid, de kracht, de eerlijkheid en integriteit die nodig is voor het creëren van muziek, kun je er beter niet aan beginnen.
Artistieke inspiratie is iets dat je moeilijk kunt concretiseren, je kunt er geen vinger op leggen. Het is een onbedwingbare drang die je niet kunt negeren, maar ook niet kunt omlijnen. Het heeft wat mij betreft geen kleur, geen taal en ook geen grenzen.
Mijn muziek heeft daarmee te maken. Wanneer ik geïnspireerd raak om een muziekstuk te componeren of een andere artistieke uiting wil lanceren, stel ik m’n inspiratie nooit ter discussie. Als je afstapt van die inspiratie en denkt dat je creatie daardoor mooier wordt, trek je altijd aan het kortste eind. Ik heb het mezelf vanaf m’n dertiende aangeleerd om nooit af te wijken van mijn eigen inspiratie. Het allermoeilijkste in de kunst is om gewoon simpel en dicht bij je gevoel te blijven. Dus om op je vraag terug te komen. Mijn muziek ontstaat organisch, zoals je het hoort en ik wil het eigenlijk niet vastleggen in een bepaalde categorie.
U staat bekend om uw samenwerkingen- met bijna elk denkbaar muziekgenre en uiteenlopende artiesten- waarin vooral grenzen en hokjes vervagen. Kun u iets vertellen over uw motivatie om dat steeds te blijven doen?
Ik ben geen artiest die in zichzelf gekeerd is, ik sta altijd open voor nieuwe dingen. Het mooie van samenwerken is dat je er altijd wel iets van opsteekt. Zo’n samenwerking geeft je een culturele verrijking, een soort culturele boost en daar gaat het bij mij om. Een artiest die zichzelf niet openstelt voor anderen is een soort rat in een loopwiel, die steeds maar hetzelfde blijft doen. Als dat me ooit overkomt, stop ik ermee. Het aangaan van samenwerkingen is voor mij ook een manier om de onbegrensdheid van mogelijkheden te blijven onderzoeken en tegelijkertijd de bescheidenheid van ons als artiesten om met elkaar te werken en van elkaar te leren. Elke artiest heeft z’n ego, want dat zorgt ervoor dat iemand op de bühne staat, maar het is ook de kunst om je ego aan de kant te kunnen zetten.
Dus voor mij hangt een collaboratie vooral samen met de vraag: Hoe ontwikkelt mijn artistieke nieuwsgierigheid zich verder en hoe kom ik anderen tegen die zeggingskracht hebben?
Het gaat er dus om dat ik de stemmen, die anders zijn dan de mijne, de mogelijkheid geef om op dezelfde plek te zijn. Alsof je het ene na het andere hoofdstuk van een boek leest.
Waarom heeft u onder andere Jeangu Macrooy uitgekozen om mee samen te werken?
Ten eerste vind ik Jeangu een authentieke artiest die zichzelf blijft. De persoonlijkheid die hij is, is iets waaraan je nooit concessies kunt doen. Als we samen een performance doen, moet hij het vooral op z’n eigen manier doen. Ik hecht enorm veel waarde aan de authenticiteit van een artiest of kunstenaar en bied jonge performers graag een platform aan, waarbij ze zich vooral vrij moeten voelen in wat ze aan het doen zijn. Jeangu is een onderdeel van de jeugd uit de Afrikaanse diaspora hier in Nederland. Zijn realiteit is een andere dan die van zijn Zwarte generatiegenoten in Frankrijk en elders in Europa. Ik ben van Afrikaanse afkomst en weet maar al te goed wat voor moeilijkheden Zwarte mensen in het dagelijkse leven in Frankrijk, maar ook in andere Europese landen tegenkomen.
Dit geldt ook voor de jongeren, want die zijn in Europa geboren of opgegroeid, hebben een Europees paspoort, maar ze moeten toch altijd uitleggen waar ze écht vandaan komen. Dus om weer terug te komen op mijn keuze om met Jeangu samen te werken. Ook hij is absoluut een verrijking voor de Nederlandse cultuur. Hij zorgt er mede voor dat het land waarin hij woont cultureel belangrijker en interessanter wordt en dat is voor mij al een legitieme reden om een signaal af te geven en met hem samen te werken.
Wat zou uw advies zijn voor onze politici hier in Nederland, als we het hebben over het vervagen van grenzen en stoppen met in hokjes te denken?
Politiek is iets van een heel andere orde. Ik denk, om te beginnen, niet dat politici de wereld op dezelfde manier aanschouwen zoals artiesten en kunstenaars dat doen. Ik geloof dat er daarom zo veel problemen in de wereld zijn. De grote vraag die politici zichzelf zouden moeten stellen is de waarom ze de politiek ingaan, waarom ze politicus willen worden en wat ze uiteindelijk willen bereiken met de politiek. Die vraag zou eerlijk beantwoord moeten worden, want daar begint het al mee.
Tegenwoordig is het al behoorlijk moeilijk om een eerlijk antwoord te krijgen van menig politicus. Een belangrijke vaardigheid die politici in de hedendaagse realiteit moeten hebben is; goed kunnen liegen met een “big smile” op hun gezicht. Wat dat betreft zouden ze veel kunnen opsteken van musici. Zonder melodie, harmonie en ritme heb je geen muziek. Een musicus kan zich nergens achter verschuilen en zich ook niet beter voordoen dan hij is. Als iets vals klinkt is het vals, punt uit! Als politicus zou je allereerst de structuur van je land binnenste buiten moeten kennen, je zou in de schoenen moeten kunnen staan van je eigen bevolking. Dat impliceert dat politici moeten leren inzien dat diversiteit bijvoorbeeld en de kracht daarvan een onderdeel is van de structuur van moderne samenlevingen. Iedereen betaalt belastingen en op dat moment maakt het niet uit, wat je huidskleur is.
Wanneer politici beginnen te polariseren en bijvoorbeeld ageren tegen immigratie beginnen ze zichzelf tegen te spreken. De westerse maatschappij is immers door immigratie opgebouwd. Ik durf daarnaast ook te claimen dat iedereen Afrikaans DNA in zich heeft. Iemand kan nog zo bleek zijn met blauwe ogen, hij of zij heeft ergens toch een stukje Afrika in zich. Politici- in het algemeen - nemen afstand van de mensheid op het moment dat ze op het pluche zitten en daarom zal ik ze nooit kunnen begrijpen.
Uw muziek is bedoeld om op te dansen maar ook om naar te luisteren. U bent een geëngageerd artiest. Hoe relateert u uw muziek bijvoorbeeld aan de hele Black Lives Matter beweging?
Voor mij is “black live matters” nog maar een tipje van de ijsberg. Mijn muziek gaat altijd over sociale ongelijkheid, bruut politiegeweld maar ook over de ongelijkheid van vrouwen ten opzichte van mannen. Het is vooral een aanklacht tegen het systeem, dat deze ongelijkheden in stand houdt met daarbij vooral in gedachten, de denkwijze van de gemiddelde politici waar ik het net al over had.
Hoe wordt er volgens u tegenwoordig tegen Afrikaanse muziek aangekeken?
Mensen beginnen eigenlijk steeds meer door te krijgen dat de muziek waarmee ze opgroeiden en naar luisterden in feite Afrikaanse muziek is. Om te beginnen is onze basis als homosapien Afrika; we komen er allemaal vandaan. Afrika is het centrum vanwaar de mensheid ontstond. We hebben elkaar eeuwenlang leugens verteld, omdat het commercieel niet interessant was om toe te geven dat Zwarte, maar ook witte muziek, voor diegenen die in zwart/ wit termen denken eigenlijk uit het Afrikaanse continent komt.
Een prestigieus festival als het Holland Festival wordt nog steeds slecht bezocht door de Zwarte gemeenschap. Welke suggesties heeft u voor de festivaldirectie maar tegelijkertijd voor de organisatoren van andere grote festivals in Nederland?
Ik heb vaak meegemaakt dat mensen angst hebben voor datgene dat ze niet kennen en dat geldt niet alleen voor witte mensen, maar ook voor onze Zwarte gemeenschap. Angst is destructief. Wanneer je dat toelaat blijf je onwetend, je kunt er gewelddadig en zelfs haatdragend van worden. Iets anders is, dat de Westerse maatschappij decennialang gesteund heeft op de pijlers van racisme en discriminatie. Hierbij worden vooral immigranten als minderwaardig beschouwd, terwijl de heersende cultuur superieur is. In het echte leven is niemand superieur of inferieur, want als de dood om de hoek komt kijken maakt die geen onderscheid in wie zichzelf superieur acht.
Ik denk dat het Holland Festival overigens een goed begin heeft gemaakt. Wat de festivalorganisatoren volgens mij vooral zouden moeten doen is, hun publiek kennis laten maken of zelfs opvoeden, met meer diversiteit. Daarnaast zou ik iedereen of die nou Zwart of wit is willen aanraden om zijn aangeboren nieuwsgierigheid, niet te verliezen. Laat je niet door een haatdragende, culturele elite voorschrijven waarnaar je wel of niet moet luisteren, maar neem het heft in eigen handen en maak je eigen keuzes.