Ze weten dat het pijn doet

Ik was een jaar of acht toen ik voor het eerst meemaakte dat men allerlei benamingen had voor mensen als ik. Mijn vader had ons geladen in zijn VW station wagon en we reden naar een wijk waar een mati van hem woonde.

Toen we een zandweggetje insloegen zag ik een jongen op een erf spelen met zijn hond. Hij stopte even, keek intens naar onze auto en gilde iets. Naar ons. Mijn moeder keek verschrikt om naar me. “Wat riep hij?” Ik zei “Jeffrey.”

Ik keek om naar hem, maar hij was van het erf verdwenen. Nadat hij naar ons gegild had, was hij zijn huis ingerend.

Mijn moeder zei met een zucht “nee. Ik denk dat hij k.fri riep. Dat heeft hij zeker van zijn ouders. Hij weet niet beter.”

Ik vroeg “wat is k.fri?”, maar m’n moeder antwoordde niet.

Bij ons thuis en in de buurt was iedereen gelijk. Mijn beste vriendje was een kway, vroegrokende Hindustaan Javaan mix met Moslim ouders die zelf nergens in leek te geloven. Mijn broers hun beste mati waren witte jongens die afstamden van een zwarte man. En we groeiden allemaal harmonieus op in een regio waar Inheemsen in de meerderheid waren. Woorden als k.fri en anderen die groepen denigreerden hoefden we niet te leren. Ik denk trouwens dat deze veilige situatie die mijn ouders hadden gecreeërd, de reden is dat ik niet goed wist hoe ik met racisme om moest gaan toen ik het echt begon mee te maken als volwassene.

Enfin; mijn vader maakte natuurlijk een tyuri om het gesprek over dat kleine gil-en-ren-weg joch te beëindigen. Als bewezen en gekroond kampioen tyuri maker, was hij in staat om met één tyuri een hele toespraak te houden. Deze tyuri zei “nonsens! Dat strontjoch wist heel goed wat hij deed.”

Ik ben er tegenwoordig ook zeker van dat die jongen wist wat hij deed. Waarom zou hij anders zijn huis ingerend zijn als een byatch?

Hij was zeker gaan schuilen bij zijn ouders die hem geleerd hadden dat zwarte mensen n.g.rs, n.kk.rs en k.fri waren. Dat je daar geen respect voor hoefde te hebben. Dat je er van alles naar mocht gillen.

Idioten!

Ik ben er heilig van overtuigd dat hij mijn vaders blik had opgemerkt hij toen we langsreden; die blik die zonder woorden zei “I will fuck you up!” Wegrennen was veiliger!

Ik heb die blik van mijn vader geërfd. Ik kan ook woordeloos een hele boodschap geven met mijn ogen.

Twee jaar geleden, tijdens vakantie in Italië, waren we beland bij Lago di Trasimeno, een ondiep meer met lekker warm water. Je kon tot het midden lopen waar er een grote steen was, waar je op kon klimmen en van af kon duiken.

Ik houd niet van zwemmen, want water is nat, maar als je kinderen hebt telt waar jij niet van houdt niet. Dus ik waadde tot het midden van het meer met mijn zoon waar er ook een kleine vette Italiaanse jongen met spiky haar aan het ploeteren was.

En terwijl hij tot zijn borst in het lauwe water stond, scheen er een deuntje in zijn hoofd te spelen. En het woord “n.ggah, n.ggah, n.ggah” kwam op de beat van het deuntje uit zijn mond.”

Ik hoorde het eerst niet goed, dus ik waadde terug en warempel, toen ik weer langs hem ging begon hij weer te rappen “n.ggah, n.ggah, n.ggah”. Geen enkel ander woord; alleen die ene. “N.ggah, n.ggah, n.ggah”.

Zonder me aan te kijken, maar het was wel duidelijk dat het voor mijn oren bestemd was.

En als ik weg was kwam er niks uit.

Ik dacht, “die kleine motherfucker!”, maar wilde hem toch eerst de benefit of the doubt geven, want het was Italië en hij sprak wellicht geen Engels, zijn ouders spraken wellicht geen Engels, hij wist niet wat het woord n.gg.r betekende en hoorde gewoon onschuldig een rapdeuntje in zijn hoofd dat door ignorant rappers aan hem voorgeschoteld is. “Hij weet niet beter.”

Ik besloot hem aan te kijken met die blik van mijn vader. Die blik die kan zeggen “I will fuck you up!”, maar deze keer zei “HEY! STOP ERMEE!”

Hij voelde hem. Keek op, recht in de vuurlijn van mijn blik en slikte. Golp! En stopte meteen met zijn vieze eenwoordrap.

En zijn ogen zochten verwoed het strand in de verte af, op zoek naar Bluetooth hulp van de volwassenen die hem niet geleerd hadden dat je andere mensen respecteert, ongeacht hun kleur, afkomst of sexe; het was net zo'n byatch als 40 jaar geleden, maar deze kon niet zijn huis inrennen.

Ik schudde mijn hoofd en maakte mijn vaders tyuri die zei “Je weet drommels goed wat je aan het doen was he.”

Ze weten altijd dat het pijn kan doen!

Maar ze zullen toch altijd proberen pijn te doen.

De vraag is laat je het lukken?

Mijn advies, pak ieder ding meteen aan dat gedaan wordt om je pijn te doen; want als je het toelaat, lever je een stuk van jezelf in. En je hebt ieder stuk van jezelf nodig om te zijn wie je bent: jou. 

Marvin

Marvin Hokstam

Hoofdredacteur

Marvin (HOX) Hokstam journalist, schrijver, educator, habituele dingen-op-hun-kop gooier en uitgever van AFRO Magazine.