Verliefd, verloofd, tent mee!
En we leven nog lang en gelukkig. Met dit idee stap je in een huwelijk. Koop je samen een huis en huppakee, alras is het eerste baby’tje onderweg en als je niet oppast, komt de tweede ook al snel.
Kleine scheurtjes in het prille geluk kunnen sneller dan je denkt de kop op steken. Je hebt als kersverse moeder ook wel wat anders aan je hoofd dan erg ver in de toekomst kijken. Bovendien: jij zorgt voor de grot, de koters en het dagelijkse foerageren. Die dappere krijger van je moet gewoon de vijandige stammen op afstand houden, sabeltandtijgers bevechten en zoveel en zo vaak mogelijk een mammoet overwinnen. Hij had het beloofd, je hoort het hem nog zeggen: 'maak je geen zorgen mijn liefste, me Tarzan, you Jane, vanaf nu ben je veilig' en húp daar slingerde hij je weer in zijn sterke armen van boom tot boom, terwijl jij je in je mateloze bewondering liet bevruchten.
Verroest! Hing hij daar nu werkelijk met een ander wijfje in de lianen? Met een ferme zwiep veegt de nieuwe bosnimf van ‘jouw’ Tarzan je de grot uit.
Ergens op een interessante bijeenkomst voor ondernemende vrouwen kwam ik haar tegen. Niet piepjong meer, aanstekelijke lach, hip gekleed en vlotte babbel. Ze had er wel weer zin in, na een periode dakloos zijn met de kinderen. Mijn mond viel open, mijn wenkbrauwen schoten omhoog, ik kon het niet helpen. Dakloos, jemig.
Ik vroeg niets maar ze vertelde het toch. In het kort. Foute man. Stoute man. Schulden, nieuwe vrouw, koophuis uit, met de kinderen op straat. Maar nu ging het alweer beter en ze was toe aan een nieuwe uitdaging.
Vrouwen werken zich over het algemeen een slag in de rondte, maar mannen verdienen meestal meer en wie betaalt, bepaalt. Ik vind het nogal wat om je hele ziel en zaligheid toe te vertrouwen aan een geliefde.
Ooit eens vroeg een aardig manspersoon mij ten huwelijk. Leek me best een goed plan, alleen al voor de jurk en het feestje. Werd ook een leuk feestje. Goede jurk ook. Maar wacht eens, wat lispelde mijn kersverse echtgenoot toch in mijn oren? ‘Ik koop dat mooie huis voor ons daar aan het water. Zeg je huurwoninkje maar vast op.’ Daar haakte ik af. Stel dat ik hem niet meer wil houden, die man van mij, dan sta ik mooi op straat. En waar haal ik dan zo één twee drie een eigen stulpje vandaan. Ik zag me alweer op piepkleine zolderkamertjes bivakkeren, of bij vriendinnen op de bank.
Dus ik bleef zitten waar ik zat en toen wij overeenkwamen dat we wel lang genoeg gehuwd waren geweest, vertrok hij met zijn koelkast en zijn stofzuiger en hoefde ik niet op zoek naar een nieuwe hut. Happy end.
Het gaat ook vaak mis. Ik hoorde van een vrouw die met maar liefst drie kinderen en een vierde onderweg zonder dak boven het hoofd kwam te zitten. Manlief gokte zich het gompus en er bleef uiteindelijk geen cent op de bank staan, bleek achteraf.
De schuldeisers waren onverbiddelijk. U kunt toch lezen mevrouw? Dan begrijpt u toch ook wel wat een bankafschrift is? Maar dat deed de echtgenoot allemaal. Hij ‘deed’ het geld. En ze woonden zo mooi en de kids gingen lekker en de vakanties waren zo leuk. En ze vertrouwde hem, ze waren verdorie toch niet voor niks getrouwd? En daar ging het huis in de gedwongen verkoop. En daar ging de echtgenoot. Ervandoor met aan zijn arm een verliefd wichtje om de arme schat op te vangen.
Er zijn natuurlijk ook heel enge meisjes, die hun hardwerkende geliefde het nest uitwerken zodra de boel op hun naam staat. Maar omdat de kinderen in de meeste gevallen nog altijd bij mamma blijven, is het voor vrouwen schrijnender om dakloos te worden wanneer er kinderen in het spel zijn.
Een vriendin omschreef haar vroegere ervaringen in de daklozenopvang als volgt: je hebt er totaal geen privacy, het is er altijd onrustig of lawaaierig. Er lopen doodenge types rond, soms staat er een griezelige ex op de deur te bonken of draait er iemand door en je moet voortdurend van alles regelen bij wel honderd verschillende instanties en elke dag word je belaagd door kwijlende hulpverleners die het allemaal altijd beter weten. De hel is het, niets meer niets minder. Als je daar een paar weken zit, krijg je bijna zin om met je kinderen en een paar plastic tasjes onder een brug te gaan slapen. Bij de gedachte aan die tijd gruwt ze nog.
Ik heb ook een vriendin die het héél anders aanpakt. ‘Scheiden? Ben je gek, ik kan dit geweldige huis echt niet alleen betalen. Hij mag zijn pleziertjes zolang het maar buiten de deur is en ik heb een prettige lover, voor de fun zeg maar.’
Zo leven ze al ruim vijftien jaar zo min mogelijk samen in hetzelfde huis met drie prachtige kinderen.
Zo kan het ook en waar maak ik me druk om?
Meisjes mogen van jongs af aan meer getraind worden in zelfstandig zijn.
“Mam, ik ben een prins op een wit paard tegengekomen. En ik mag in zijn kasteel wonen!”
Gefeliciteerd schat, vergeet je tent niet…
Sjolanda Velland
Sjo (1964 -2024 ) heeft jarenlang gewerkt als zangeres en actrice in binnen- en buitenland. Inmiddels heeft ze zich weer gevestigd in haar geboortestad Amsterdam. Ze schreef drie jaar columns voor MUG Magazine en later voor het feministisch tijdschrift Lover. Op 19 juli 2019, publiceerde ze haar eerste roman, 'De erfenis van een getint meisje.'
Oprichter van de facebookpagina: Afro- Nederlandse schrijfsters, een laagdrempelige, gender neutrale site, waar schrijftalent wordt aangemoedigd werk te publiceren. Op de site kan men makkelijker in contact komen met uitgeverijen, redacteuren, correctoren en andere Afro-Nederlandse schrijvers of aanbieders van schrijfworkshops.
Sjo heeft een man, een kind, twee katten en een fulltimebaan bij de gemeente Amsterdam. En meestal een goed humeur.
Sjo verliet ons op 9 september 2024