Leer hen iets vandaag
Pap, hoe komt het dat warme landen armer zijn dan landen waar het koud is?”
Mijn jongste zoon stelde me laatst ineens een vraag die een gesprek lanceerde dat een blauwdruk kan zijn voor hoe we samen de wereld een betere plek kunnen maken.
We zoefden langs te langzaam verkeer op de snelweg, want ik was al te laat voor de afspraak die ik had nadat ik hem had afgezet, maar ik ging meteen langzamer rijden toen hij me dat vroeg. Ik grijnsde naar hem en ging rechtop achter het stuur zitten. Iedere ochtend wanneer hij op zijn fiets stapt, zeg ik hem “leer hun iets daar op school” , en hier bood een moment zich aan om hem iets te leren dat hij aan de meester kon leren volgende week.
“Dat komt door iets dat men noemt kolonialisme,” begon ik en hij keek me vragend aan. Daar hadden ze het dus nog niet over gehad op school. Hij had wel dat verhaaltje al geleerd, dat men vroeger dacht dat de wereld net een plat bord was en dat men niet voorbij de rand durfde te varen. Meer niet.
“Nou toen men wel voorbij die denkbeeldige rand ging varen, begon men nieuwe landen te ‘ontdekken’, alsof dat mogelijk is. Hoe kan je iets ontdekken dat altijd al daar was?” vroeg ik hem.
Hij grijnsde nu ook. “Stom.”
“Maar toen men die nieuwe landen ging ontdekken, ging men doen alsof die landen hen toebehoorden. Alles in die landen was van hun en die mensen die er woonden ook. Die waren dus ineens eigendom van die andere landen. Daarom spreekt men in Suriname Nederlands en in sommige landen van het Caribisch gebied Engels. En in Mexico Spaans. In Afrika allerlei talen.”
Ik kwam er helemaal in en hij was nu helemaal geboeid. “En Engels in Amerika!” zei hij.
Ik glimlachte. “Dat is dus kolonialisme.”
Hij knikte …
“En wat men toen deed, was dat men alles dat in die landen werd geproduceerd, naar Europa bracht. Men liet een heel klein beetje daar achter en bracht alles naar hier …”
En ik nam zijn beste vriend in de buurt als voorbeeld. “Stel je voor dat wij thuis een bedrijf zouden hebben, maar alles dat we produceerden ging naar J. Wat zou dan gebeuren?”
“Dan werd hij rijk en woont op den duur in een heel groot huis, en wij blijven wonen waar we nu zijn. MIsschien komen we nog in een krot,” zei hij stil.
“Juist! Die landen konden niks dat ze produceerden voor zichzelf behouden, dus ze konden niks opbouwen. Die ‘machthebbers’ stuurden alle rijkdom uit die landen die daar werd geproduceerd naar Europa en landen hier kregen 400 jaar lang een voorsprong.”
Ik maakte bij ‘machthebbers’ hetzelfde ‘aanhalingstekens’ gebaar met mijn vingers dat ik eerder had gemaakt bij het woord ‘ontdekken’, en ik keek over mijn zonnebril naar hem om te zien of hij dat zag.
Ik zag toen pas dat hij zijn handen over zijn oren hield en ik dacht eerst dat hij het niet wilde horen. Dat de waarheid zijn onschuldige oortjes pijn deed.
“Sorry,” zei ik.
“Je praat luid, pap!” zei hij, zijn handen nog steeds als kopjes over zijn oorschelpjes, beschermend.
In mijn enthousiasme was ik zonder dat ik het doorhad, aan het gillen geslagen, uit irritatie met het koloniale verleden.
“Sorry,” zei ik.
Ga door ... Maar niet meer zo luid.”
Hij haalde zijn handen van zijn oren af.
“Oke,” zei ik.
Hij had een vraag.
Maar hoe is het nu dan? De meeste van die landen zijn nu toch niet meer onder die Europese landen?”
Ik schudde mijn hoofd. “Tja. Die landen die rijk zijn hebben nog steeds de macht. Die bepalen nog steeds de prijzen van de producten die in andere landen geproduceerd worden.”
Hij keek me vragend aan en ik haalde een tweede mati uit de buurt erbij.
“Stel je voor dat M. thuis ook een bedrijf begon. Maar nu moet hij zijn producten net als ons verkopen aan J. Wat doet J. dan? Hij gaat naar M. en zegt dat hij het product bij ons voor 10€ kan kopen. M. biedt dan natuurlijk het product aan voor 9€ en dan komt J. naar ons en krijgt ons zover dat wij het aan hem verkopen voor 8€.”
Hij snapt het meteen. “J. krijgt altijd de beste prijs!”
“Ja,” zeg ik. “Dat doen die rijke landen. Ze spelen de armere landen tegen elkaar uit en die moeten aan die rijke landen verkopen, want die hebben natuurlijk meer geld dan zij. Die kunnen ook betere prijzen bieden.”
"Stel je voor dat dit niet gebeurde en al die landen gewoon hun rijkdom konden behouden. Dat ze voor zichzelf konden produceren. Zouden ze dan arm zijn nu?
En toen vertelde ik hem dat dit ook het verhaal was van de slavernij.
Zwarte mensen hebben 400 jaar lang niet verdiend, 400 jaar lang niet kunnen sparen, 400 jaar lang geen huizen kunnen kopen die ze konden nalaten voor hun kinderen, geen rijkdom kunnen opbouwen waarmee die hun leven sneller konden opstarten …”
Hij schudde zijn hoofd. Ik hield me in. We waren veel verder beland dan een antwoord op zijn simpele vraag over landenrijkdom en de welvaartskloof. Daarnaast waren we er bijna en het gesprek moest goed eindigen.
“Kijk, het is allemaal eeuwenlang verkeerd gedaan en daarom hebben wij nu allemaal tot taak het beter te maken dan het was. Maar jij gaat alles fixen.”
Hij keek me aan en schudde langzaam, bedachtzaam met zijn hoofd.
“Ik ga niet alles kunnen fixen pap. Het is te veel.”
Ik stopte de auto en streelde over zijn wang.
Als jij fixt wat jij kan, en ik fix wat ik kan en iedereen fixt wat iedereen kan …”
Hij sprong erin.
Dan hebben we allemaal samen alles gefixt.”
Hij glimlachte weer, stapte uit de auto en liep weg zonder zijn tas.
“Yoooo!!” riep ik. “Je tas!”
Hij liep terug, gritste het van de achterbank en liep weer weg.
“Leer hun iets vandaag,” riep ik hem na.
Hij keek niet om.
Oehh! Ik wil een vlieg aan de muur zijn wanneer de meester het bij de eerstvolgende les over kolonialisme heeft.
Marvin Hokstam
Marvin (HOX) Hokstam journalist, schrijver, educator, habituele dingen-op-hun-kop gooier en uitgever van AFRO Magazine.