Haar beroep was: "Spelend"
Mariam Lo-Fo-Wong schrijft voor het Memre project en neef Andrej Lo-Fo-Wong doet de research in Suriname. Ze staan hier samen op de foto (1968).
Die meneer van je kan niets vinden, hóór. Er is geen geboorteakte of overlijdensakte van onze overgrootmoeder”
Mijn neef appt vanaf het CBB, het Centraal Bureau voor Burgerzaken in Paramaribo. We doen samen onderzoek naar onze stamboom. Hij is de man in Suriname met de charmes en de connecties om gesloten deuren te smelten. En ik schrijf verborgen verhalen.
Het is tijd.
Het is tijd dat ik de moed heb om de slavenregisters te openen.
Het is tijd dat ik met eigen ogen zie hoe zwarte mensen als inventaris van een goed geoliede economie zijn geregistreerd.
Ze waren handelswaar.
Zorgvuldig geadministreerd.
Ieder inboedelstuk, goud waard.
Maar één van die boedelstukken is onze stammoeder.
De oma van onze overgrootmoeder.
Ze was drie jaar in 1863.
Het is tijd.
Ik durf het.
Als onze stammoeder deze ellende heeft doorstaan, dan durf ik haar verhaal te schrijven:
Lotje was geboren in 1860 en woonde op plantage Potribo in Boven-Commewijne.
Haar naam kreeg ze van de plantage-eigenaar. Lotje wordt gegeven aan Nederlandse meisjes en betekent, vrij, dapper en sterk.
Nederlands was ze niet en vrij?
Ze was dapper.
Dat moest ook, want niemand hield haar hand vast als haar moeder op het veld werkte. Moeder Leentje was nog geen twintig en moest werken als veldmeid volgens het borderel, net als oma Francina die nog geen veertig was.
Tante Rosetta, het zusje van haar moeder, was net zo oud als Lotje. Tante Frederika en oudtante Amelia moesten ook werken op het veld. Grootoom Cornelis was EBG gedoopt als Jacobus. Ze noemden hem Jacob. Hij moest werken als timmerman.
Op het borderelnummer PL177 van vrijverklaarde slaven in 1863 is de godsdienst van het driejarige Lotje "oningevuld".
Haar beroep was: “Spelend”.
Mocht Lotje vrij spelen als een kind? Of was ze het speeltje van iets of iemand?
Project Memre
De Zwarte gemeenschap heeft een onaangeroerde schatkist aan nooit vertelde verhalen. Het verleden van de nakomelingen van totslaafgemaakten is immers niet alleen een aaneenknoping van marginalisatie en kommer en kwel; er komen ook tal van mooie verhalen in voor, van heldendaden, van liefde, van ondernemerschap, die voortleven in families maar door de eurocentrische geschiedschrijving gemakshalve genegeerd zijn. AFRO Magazine en haar moederstichting Bigi Bon doen met Project Memre een poging om enkele van deze verhalen uit de vergetelheid te lichten en de narratief over de gemeenschap te beïnvloeden. Project Memre wordt uitgevoerd met ondersteuning van het Fonds voor Cultuurparticipatie.