Opzet Nationale 1 juli Herdenking 2016 krijgt verzet
“Vertegenwoordigers van nazaten van de slachtoffers van het Nederlandse slavernijverleden” hebben zich uitgesproken tegen de manier waarop dit jaar de Nationale 1 juli Herdenking plaatsvindt.
In een gezamenlijk persbericht melden de ‘kaders van organisaties, netwerken en experts’ dat er op zondag 22 mei een 40-punten tellende ‘RESOLUTIE 23 mei 2016’ is aangenomen, waarin van het bestuur van het NiNsee geëist om het besluit om de Nationale 1 juli Herdenking te verplaatsen naar 30 juni, terug te draaien.
De Nationale Herdenking van de afschaffing van de slavernij vindt vanaf dit jaar plaats op twee dagen, 30 juni en 1 juli.
“Er is ook geëist dat de verplaatsing van de jaarlijkse Herdenking van De Dag van het Besef naar het Oosterpark wordt teruggedraaid,” zegt het persbericht. Het zegt dat de Herdenkingsplechtigheden sinds 1993 plaatsvinden bij het Monument van Besef. “Het besluit om de herdenking van het monument aan het Surinameplein in Amsterdam te verhuizen naar het Oosterpark genomen is genomen door het NiNsee bestuur en de Stichting Amsterdam Centrum, zonder medeweten van het Comité 30 juni – 1 juli, de initiatiefnemer van het Monument van Besef.”
NiNsee (Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis) kondigde in februari aan dat de Nationale Herdenking van de afschaffing van de slavernij vanaf dit jaar plaatsvindt op twee dagen, 30 juni en 1 juli.
Op 30 juni wordt overdag, vanaf 11.00 uur, op het Surinameplein in Amsterdam een kinderherdenking gehouden, en het Keti Koti Festival, de jaarlijkse viering van de afschaffing van de slavernij, blijft onveranderd op 1 juli in het Oosterpark, Amsterdam. “Met deze nieuwe opzet beogen (wij) de Nationale Herdenking als onlosmakelijk deel van het (gedeelde) Nederlands erfgoed sterker te positioneren en de kennis over het Nederlands Trans-Atlantische slavernijverleden te vergroten,” zei het instituut in een persbericht. Er zou intensief worden samengewerkt met basisscholen waarbij de nadruk zal liggen op educatie over het Nederlandse slavernijverleden.
De ‘vertegenwoordigers’ zeggen echter dat er nu twijfels zijn gerezen over de kwaliteit van het bestuur van het NiNsee. “De conclusie is dat het bij het NiNsee bestuur en het kader ontbreekt aan historisch besef, dat er onvoldoende dossierkennis is en dat ‘klagers’ tegen de verplaatsing van de Nationale 1 juli Herdenking naar 30 juni tot op heden niet serieus zijn genomen. Er wordt ook getwijfeld aan de integriteit van het bestuur en het kader,” zeggen ze in het persbericht.