Roep mij niet bij mijn slavennaam

Door Gannie Madjahalah

De Nederlandse Staat en het Koninkrijk der Nederlanden staan elk jaar getrouw stil bij haar geschiedenis als slachtoffer van de tweede wereldoorlog, maar niet gelijkwaardig stil bij de intercontinentale trans-Atlantische slavenhandel slachtoffers? Het is betreurenswaardig hoe bewust het onvrijwillige leed en gedeelde geschiedenis van diverse bevolkingsgroepen, verbannen wordt uit het gedachtegoed van de Nederlandse bevolking. 


Wist u dat Nederland van Duitsland compensatie eiste in de vorm van oorlogsleed, herstelbetaling en gebiedsuitbreiding? Nederland claimde in de eerste instantie een compensatie van 383 miljard mark. Duitsland weigerde, maar trof uiteindelijk beschaafd een schikking met de Nederlandse staat voor een bedrag van 280 miljoen mark voor herstelbetaling inclusief voor de oorlogsslachtoffers. 


Maar tijdens de voortvarende VOC tijd ‘’de Gouden Eeuw’’, was hetzelfde Nederland op zoek naar rijkdom in alle werelddelen ter verrijking van haar Koninkrijk … en o zo fier vereert ze haar piraten en slavendrijvers wier naam als helden op monumentale gebouwen, bruggen, tunnels en pleinen pronken.

Mijn Nederland, Koning en koningin, overheid en samenleving…  ik vraag u elk jaar op 1 juli formeel stil te staan en eer te betonen bij 300-400 jaar onmenselijk dwangarbeid en schending van de mensenrechten. Want wat voor Nederland de ‘’Gouden Eeuw’’ betekende, was voor alle slachtoffers van de trans-Atlantische slavernij letterlijk de hel op aarde. Hun verdriet, pijn, bloed, zweet en tranen mag onder geen beding diplomatisch aan het volk voorbijgaan.

Een ieder die zich hierin vinden kan, laten wij met Keti-Koti op 1 juli ter ere van de slachtoffers en afschaffing van de slavernij een statement maken en bewustwording vooropstellen.

Want zo verschrikkelijk als de 2e wereldoorlog was, net zo erg en misschien erger was de slavernij. En ook dat mag zich nooit meer herhalen.

Op een dag veranderde mijn leven voorgoed. Mijn ziel was vrij in mijn voorouderlijke land, totdat de witte geesten mijn vrijheid ontnamen. Menselijke waardigheid en vrijheid waren mij van nature aangeboren, maar de ketenen en zweepslagen schudden mij wakker.

Ik had pijn en zag overal verschrikking, gebroken zielen en machteloos gevangen als dieren liggend in de dwalende duisternis. Namens alle voorouderlijke zielen roep ik op tot bewustwording aan alle nakomelingen die levenslang gebrandmerkt zijn met een koloniaal erfgoed.

No kari mi na mi katibo nen. Roep mij niet bij mijn slavennaam’, want ik ben er niet fier op, maar bewust van mijn littekens en verkregen achternaam.

Gannie BodyCure Specialist