Brief aan de Burgemeester van Amsterdam

Aan de Burgemeester van Amsterdam

De heer Mr. E.E. van der Laan

Betreft: Toespraak op 1 juli 2015 tijdens de nationale herdenking

Geachte heer burgemeester Van der Laan,

Hierbij vraagt het bestuur van het Landelijk Platform Slavernijverleden (LPS) uw aandacht voor het volgende.

Tijdens uw toespraak, ter gelegenheid van de nationale herdenking Nederlands slavernijverleden in het Oosterpark te Amsterdam op 1 juli jl., is de aanwezige vertegenwoordigers van het LPS een aantal zaken opgevallen. Wij willen deze graag onder uw aandacht brengen.

Stedelijke focus in plaats van nationale

Het viel op dat u uw toespraak begon met een referentie naar “….Amsterdamse bevolking…”. Op zich geen enkel punt. Echter, door deze enkele verwijzing heeft u de indruk gewekt het nationale karakter van de herdenking uit het oog te zijn verloren. Meer dan tijdens de 30 juni en 1 juli herdenkingen, in onder andere, de steden Amsterdam (Surinameplein), Rotterdam, Zoetermeer, Den Haag en Middelburg, alwaar er sprake is van een stedelijke focus, wordt van u een sterkere focus verwacht op het gebied van de nationale 1 juli herdenking bij het Nationaal Slavernijmonument in het Oosterpark. Ook al wordt er tijdens de herdenkingen in de genoemde steden ook in algemene zin gerefereerd aan het verwerpelijk trans-Atlantische slavernijinstituut.

Van een stad, mede verantwoordelijk voor de nationale herdenking, hopen wij meer dan een stedelijke gerichtheid te ervaren. Deze zienswijze geldt eveneens ten aanzien van het doen realiseren van nationale financiering voor 1) de jaarlijkse nationale 1 juli herdenking en 2) de activiteiten in het kader van de verschillende beleidsaandachtsgebieden van het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis.

We willen in dit verband vooral ook onder uw aandacht brengen dat de gemeente Amsterdam in de periode 1999/2000 een belangrijke stem (onder andere vertolkt door de toenmalige wethouder Van der Aa en beleidsambtenaar, mevrouw D. The, namens de gemeente Amsterdam) is geweest in het lobbyproces om het Nationaal Slavernij Monument in Amsterdam te krijgen. Dit, inclusief het dynamisch monument, in casu het NiNsee. Uiteindelijk hebben de drie grote steden te weten: Rotterdam, Den Haag en Utrecht door tussenkomst van de toenmalige verantwoordelijke bewindspersonen (Boxtel/Ploeg) ingestemd met het verzoek van de gemeente Amsterdam om het Nationaal Monument in haar stad te situeren en de nationale herdenking aldaar te doen plaatsvinden.

Illustratief voor de stedelijke Amsterdamse focus zijn de drie zogenaamde netwerken slavernijverleden die in de Stad Amsterdam, door tussenkomst van het NiNsee, als gevolg van een sterk, op de stad Amsterdam gefocust advies van Professor dr. A. van Stipriaan, op gezag van voormalig wethouder Van Es, zijn opgericht. Door deze gang van zaken is de rol van de Stad Amsterdam een ‘dubieuze’ geworden. De grens tussen het nationale perspectief en het stedelijke is vervaagd. Van een nationale samenhang is geen sprake.

Als het waar is wat er gezegd wordt: financiële rapportages over de uitgaven en inkomsten evenals de effecten ter zake de nationale herdenkingen zijn moeilijk te verkrijgen nadat ze zijn opgevraagd. 

De vraag nu is: wat 13 jaar nationale 1 juli herdenking Nederland en het nationaal slavernijmonument, de nazaten van de slachtoffers van de tot slaaf gemaakten aan vooruitgang en (sociaal economische) ontwikkeling, tot nu toe heeft opgeleverd? Wat in beleidsmatig, politiek en bestuurlijk optiek. Wat hebben deze twee zaken aan bewustwording de Nederlandse Branch racismebestrijding opgeleverd?

In de omgeving van het monument staat er nog steeds geen kiosk alwaar er voorlichting kan worden gegeven over het waarom van het monument. Er wordt over de ontwikkeling van het Oosterpark op dit moment in het duister getast? Adequate voorlichting ontbreekt.

Tot slaaf gemaakten i.p.v. slaven

Het is ook opgevallen dat u in uw toespraak consequent spreekt over ‘slaven’ of ‘ex-slaven’, terwijl het begrip tot ‘slaaf gemaakte’ al langer in gebruik is. Dit, om te benadrukken, zoals de voormalige VN Secretaris Generaal Kofi Annan dat in 2001 treffend zei, dat geen enkel mens als slaaf is geboren.

Engelse woorden zoals ‘enslaved’ spreken boekdelen. Kidnappen is ook een werkwoord dat duidelijk moet maken dat de tot slaaf gemaakte voorouders niet uit vrije wil de zogenaamde oversteek hebben gemaakt, zij zijn gekidnapt.

‘Black Holocaust’ is een begrip die in sommige kringen niet in dank wordt afgenomen als deze in de context van de trans-Atlantische slavenhandel wordt gebruikt. Het is een begrip dat ML King heeft gebruikt om de situatie waarbij hele volksstammen tijdens de zeereis over boord werden gegooid, te duiden.

Weer anderen (Afrikaans Amerikaanse Master Teachers) spreken over de Afrikaanse ‘Maafa’ om de magnitude van de aangerichte verwoestingen in Afrika en ten aanzien van de Afrikaanse mens, te duiden. 

Kortom, het gebruik van de term ‘slaaf’ – tenzij in perspectief van bronverwijzing – kan, vooral als je het weet, opgevat worden als een ontkenning dat geen enkel mens, dus ook niet de Afrikaanse, als slaaf geboren is.

Citaat Leo Balai

U citeerde uit ‘Leo Balai’s boek (2013) over de geschiedenis van de Amsterdamse slavenhandel. Jammer dat het in uw toespraak niet verder kwam dan dat. Immers uit uw toespraak hebben wij niet kunnen afleiden dat u enige consequenties voor de Nederlandse samenleving heeft verbonden aan de inhoud van het ‘leo Balai’s citaat voor het heden, in casu racismebestrijding.

Wij vragen ons overigens nog steeds af, waardoor het komt, dat de VN Wereld Anti Racisme Durban Verklaring (2001) dat de trans-Atlantische slavenhandel, slavernij en kolonialisme een misdaad tegen de mensheid is geweest, nooit wordt aangehaald.

U bent na het uitspreken van het citaat bijna direct in de ‘verdediging’ gegaan door te reageren op de inhoud van de toespraak van spreker Rincho Rinchemar. Dit, als gevolg van spreker zijn opmerkingen over de ontmanteling van ‘Zwarte piet’ in relatie tot de tien jaar (dwang)arbeid die de tot slaaf gemaakte voorouders nog moesten verrichten na formele afschaffing van de slavernij.

Het is uw goed recht geweest om de, wat u interpreteert als een foute conclusie van deze spreker, tegen te spreken. Jammer is het wel geweest dat spreker Rinchemar zich niet heeft kunnen verweren.

Gelukkig heeft de spreekster na u, mevrouw Orsine Walden, in tegenstelling tot wat van een voorzitter van het NiNsee zou mogen worden verwacht, uw schokkende bewering, als zou er geen verband gelegd mogen worden tussen het racistisch fenomeen ‘Zwarte Piet’ en de trans-Atlantische slavernij en handel, van de hand gewezen. Immers het verband is eenvoudig gelegd:

In het kader van verschillende gelegenheden is wel degelijk aangetoond dat vele van de binnen de Sint Nicolaas traditie gebruikte attributen een link hebben met de trans-Atlantische slavenhandel en slavernijperiode. Zo is het bekend dat de (typische) kruiden in Oost Indië onder dwang/slavenarbeid werden verbouwd (cacao/warme chocola, chocoladeletters, snoep/suikerwaar, kruid(koeken), peper(noten) zijn typische producten uit die tijd van de slavenhandel); cadeaus (spiegeltjes en kraaltjes) waren de lokkertjes.

De (stoom)boot roept ook al associaties op met het vervoermiddel waarmee de kidnappers de Afrikaanse tot slaaf gemaakte voorouders naar de andere wereld vervoerden. Vliegvervoer bestond er toen nog niet.

Ondertussen is ook meer bekend vanuit welke conceptiegedachte de specifieke kledij van ‘Zwarte Piet’ op is gebaseerd.

Het is ook niet verwonderlijk dat er onmiddellijk een link wordt gelegd tussen het systeem dat ook werd toegepast door de WIC (West Indische Compagnie) bijvoorbeeld, uit Afrika boot vol met gekidnapte Afrikanen en bij terugkeer uit Suriname vol met (onder slavenarbeid) verbouwde producten voor het Nederlandse front.

Het Paard als vervoermiddel op de plantages waarbij een Afrikaanse mens uit onverwachte hoek één of meerdere zweepslagen moest incasseren.

De ‘Zwarte Piet figuren moeten “n” personen voorstellen.

Gedurende maar liefst drie van de 12 maanden van het jaar worden (Nederlandse) burgers van Afrikaanse afkomst geconfronteerd met de stereotype (fysieke) uitingen (kroeshaar, dikke lippen, grote oorringen, pikzwart, dom en lollig) die vooral indoctrinerend uitwerken op vooral witte kinderen. Het instandhouden van het fenomeen ‘Zwarte Piet’, ook al wenst u nog vier jaar over de ontmanteling te doen, het illustreert de hardnekkigheid waarmee Nederland uiteindelijk de slavenhandel ook heeft afgeschaft. Op Brazilië (Portugal) na was Nederland één van de laatste landen die slavenhandel heeft afgeschaft.

Ook in de Nederlandse taal komen er uitdrukkingen voor waarbij het begrip ‘Zwarte piet’ altijd in negatieve zin wordt gebezigd.

Dat ‘Zwarte piet’ wordt geassocieerd met zwarte burgers behoeft geen betoog. Er zijn genoeg ervaringen waarbij personen van Afrikaanse afkomst door mensen in die zin worden nageroepen. Nederlandse witte kinderen kunnen het verschil niet maken en worden dan ook in een zeer vroeg stadium van hun (pedagogisch) leven gedurende maar liefst drie maanden per jaar structureel opgevoed/geïndoctrineerd met negatieve stereotypen over de zwarte mens.

‘Zwarte Piet’ is een concept geheel in de lijn van verschillende definities van het N (=neger)woord.

We brengen er een paar onder uw aandacht:

1) Het woord N is een zeer vage aanduiding voor allerlei volken en bevolkingsgroepen, die meestal niet veel meer met elkaar gemeen hebben dan de zogenaamde raskenmerken, zoals het kroeshaar en de zwarte huidskleur.

Kroeshaar in deze optiek en een zwarte huidskleur zijn dus een belangrijk kenmerk van ZWARTE PIET

2) N’s zegt deze omschrijving verder waren oorspronkelijk bewoners van het Afrikaanse Continent, maar kwamen ten gevolge van de slavenhandel in Amerika.

U zie hier de connectie met de Trans Atlantische Slavenhandel.

3) Een verzameling van andere omschrijvingen

Een N is beangstigend-zot- een dwaas- een gek; een eng gezicht; een treurige, onaangename beangstigende aanblik; een hatelijk persoon; aardmannetjes, gedrochten, Vuil: vuil-onrein-onzindelijk-zwart-slijkerig-onooglijkheid, afstammeling van een baviaan.

Het ‘Zwarte Piet’ ontwerp klopt als een bus. ‘Zwarte Piet’ is een dwaas, is lollig is beangstigend en is degene die de stoute kindertjes moet opsporen voor Sint Nicolaas. Is van nature vuil en onrein en om dat aannemelijk te maken dat het zo is, vuil, dient/diende de anekdote van de schoorsteen. Terwijl bewezen is dat de schoorsteen in bepaalde periode heeft gediend als instrument ten behoeve van het ‘kadowaar’. In deze optiek ging men er dus echt van uit dat de zwarte Afrikaanse mens vuil is. Met als logica dat de zwarte huidskleur afgeeft.

Burgemeester, laat het dus zo zijn dat u het gehad heeft over een “….noodzakelijke verandering in vier jaar tijd, die tegelijk voldoende geleidelijk moest zijn om iedereen mee te laten doen…”. U zit niet in die zwarte huid. Dus u weet niet hoe het aanvoelt zwart te zijn en racistisch bejegend te worden. U weet niet wat u de ‘Zwarte mens’ in Nederland aan doet om de rek erin te willen blijven houden.

Want het blijft een feit dat u niet voor de onmiddellijke afschaffing van het racistisch fenomeen ‘Zwarte Piet’ bent (geweest). Een fenomeen, dat in al haar facetten refereert aan de racistische stereotype waandenkbeelden over de Afrikaanse mens. Over de Afrikaanse mens als te zijn een N persoon. Denkbeelden die aan de basis hebben gelegen van de introductie van de trans-Atlantische slavenhandel en het verwerpelijke slavernij en kolonialistisch systeem. Voor de huidige de eerste, tweede, derde, en vierde generatie mensen van Afrikaanse afkomst woonachtig in Nederland, voelt vier jaar meer dan tien jaar.

Als u dat weet, dat het hier om een racistisch fenomeen gaat, dan kan het toch niet zo zijn, dat u niet gelijk wenst af te rekenen met deze vorm van racisme, zijnde ‘Zwarte Piet’? Wat is uw toespraak op 1 juli jl. dan waard geweest? Vooral ook omdat in 2001 tijdens de Durban Wereld Anti Racisme Conferentie ook de fenomenen die hun oorsprong vinden in de racistische ideologieën zijn verklaard als misdaad tegen de mensheid.

Ter opfrissing van het geheugen

Een citaat uit de Durban Verklaring onder general issues:

4. We express our solidarity with the people of Africa in their continuing struggle against racism, racial discrimination, xenophobia and related intolerance and recognize the sacrifices made by them, as well as their efforts in raising international public awareness of these inhuman tragedies;

We brengen ook de volgende citaten uit de Verklaring onder uw aandacht onder:

Sources, causes, forms and contemporary manifestations of racism, racial discrimination, xenophobia and related intolerance

13. We acknowledge that slavery and the slave trade, including the transatlantic slave trade, were appalling tragedies in the history of humanity not only because of their abhorrent barbarism but also in terms of their magnitude, organized nature and especially their negation of the essence of the victims, and further acknowledge that slavery and the slave trade are a crime against humanity and should always have been so, especially the transatlantic slave trade and are among the major sources and manifestations of racism, racial discrimination, xenophobia and related intolerance, and that Africans and people of African descent, Asians and people of Asian descent and indigenous peoples were victims of these acts and continue to be victims of their consequences;

14. We recognize that colonialism has led to racism, racial discrimination, xenophobia and related intolerance, and that Africans and people of African descent, and people of Asian descent and indigenous peoples were victims of colonialism and continue to be victims of its consequences. We acknowledge the suffering caused by colonialism and affirm that, wherever and whenever it occurred, it must be condemned and its reoccurrence prevented. We further regret that the effects and persistence of these structures and practices have been among the factors contributing to lasting social and economic inequalities in many parts of the world today;

34. We recognize that people of African descent have for centuries been victims of racism, racial discrimination and enslavement and of the denial by history of many of their rights, and assert that they should be treated with fairness and respect for their dignity and should not suffer discrimination of any kind. Recognition should therefore be given to their rights to culture and their own identity;

Einde citaten.

Burgemeester, ten slotte willen wij het volgende onder uw aandacht brengen.

Op 10 december 2014, (Internationale Mensenrechten Dag) heeft tijdens de 69e sessie van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in New York, de plechtige launching van het VN Internationaal Decennium voor mensen van Afrikaanse afkomst (2015-2025) plaatsgevonden. De missie van het Decennium is samengevat in de titel van het Decennium te weten: ‘Erkenning, Rechtvaardigheid en Ontwikkeling’. Een titel die de thema’s omvat waarop het Decennium is gericht. De hoofddoelstelling is dat mensen van Afrikaanse afkomst over de hele wereld, in alle regio’s en landen, het volledig genot ervaren van alle rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, als erkend in de universele verklaring van de rechten van de mens, het Internationaal Verdrag betreffende de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie evenals andere relevante internationale en regionale mensenrechteninstrumenten.

U kunt als burgemeester van alle burgers in Amsterdam en van alle burgers van Nederland op 1 juli het voortouw nemen om af te rekenen met alle vormen van Afrophobia (dit is de specifieke vorm van racisme tegenover mensen van Afrikaanse afkomst) te beginnen met de effectieve bestrijding van het fenomeen ‘Zwarte Piet’ want dan pas kan er sprake zijn van de vereffening van het Nederlandse slavernijdossier.

Rest ons nog te besluiten met citaat van wijlen Dr. Mr. Drs. J. Adhin (een Surinaamse prominente wetenschapper en politicus). Hij schreef in zijn boek getiteld, “Inleidende Ethische Beschouwingen” het volgende:

“…..Het doel van de filosofie is niet om intellectuele problemen op te lossen ter wille van die problemen zelf, maar ze moet hulp aan de lijdende en zoekende mens bieden ter bereiking van spirituele vrijheid en verlossing..,,

Het gaat vooral om de waardigheid van alle mensen, alle burgers van dit land voor ogen

Wij vertrouwen erop dat u de vorenstaande bevindingen van het LPS naar waarde zal weten in te schatten. En gaan weer over tot de orde van de dag.

Hoogachtend,

Het bestuur van het Landelijk Platform Slavernijverleden.

NiNsee

Het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (NiNsee) is het kenniscentrum van het Nederlandse Trans-atlantische slavernijverleden en de erfenis daarvan.