Niet Je Slaafje: “minder etnisch graag”

Door Christelle Munganyende

Het Nederlandse feminisme is kleurloos. Als droge witte fu-fu zonder saus, die wij anno 2016 nog steeds moeten slikken. In onze gesprekken over de emancipatie van de vrouw, vergeten we juist de stem van de zwarte en gekleurde vrouw in Nederland.

Het Nederlandse feminisme is kleurloos

We hebben het in de samenleving over quota’s en vrouwelijke CEO’s, maar gaan het gesprek over etniciteit uit de weg. We spreken over de zelfstandige vrouw, maar stellen voorwaarden aan de manier waarop de gekleurde vrouw die vrijheid mag invullen. Haar vrijheid moet namelijk wel binnen ons Westers ideaalbeeld passen. Daarom moet Fatima bevrijdt worden van haar hoofddoek en krijgen vluchtelingen bij onze zuiderburen eerste-hulp-bij-vrouwenrechten. Immers, de moderne vrouw is dan pas écht ontdaan van haar onderdrukking.

Not.

Met kleurloos feminisme bedoelen we niet kleurenblind, juist niet. Wit feminisme is een feminisme dat faalt in het insluiten van gekleurde vrouwen. Ja, we zijn allemaal vrouw. Nee, we delen niet dezelfde mate van onderdrukking. De ervaring van een gekleurde vrouw verschilt vaak van die van een witte vrouw, omdat gekleurde vrouwen benadeeld worden op grond van hun gender én etniciteit. Wit feminisme betekent dat we er willens en wetens voor kiezen om blind te zijn voor dit soort ongelijke kansen. Het Nederlands feminisme staat op het kruispunt van gender en etniciteit met haar ogen dicht. Hoog tijd dus om die oogjes open te gooien en het feminisme in de lage landen te dekoloniseren.

Minder van dat etnische zeg maar

Terwijl de witte carrièrevrouwen uit alle macht een plekje in de man-gedomineerde directiekamer proberen te bemachtigen, moet de gekleurde vrouw het doen met een handjevol tolerantie. Tenminste, het gedeelte dat door weet te dringen na de sollicitatieprocedure. Nederland is volgens het OESE de slechtste leerling van de EU klas, als het aankomt op werkzaamheid onder allochtonen. Stiekem luidt het advies voor werk vinden daarom als volgt: wees niet pas afgestudeerd, wees zeker niet te vrouw (hé, wat?) en al helemaal niet Khadija met de lange achternaam. Of Christella met de etnische look.

Dat van die etnische look is mij real life overkomen. Ik, 18 en vol onschuld, beginnend aan een van mijn eerste administratieve baantjes in de grote stad. Zij, de verantwoordelijke HR die een handgebaar maakte naar mijn pas gevlochten haar met de woorden “Je moet meer je best gaan doen om er professioneel uit te zien, Christella. Minder van dat etnische zeg maar.”

Ongelijke kansen op de arbeidsmarkt is voor gekleurde vrouwen een aanhoudende problematiek. Een realiteit waarbij gender en etniciteit met elkaar sparren om wie het nadeligst gaat toeslaan. Die realiteit is ook te wijten aan het ontbreken van een professioneel netwerk. Het ontbreken van representatie en vrouwelijke mentoren om tegenop te kijken en naartoe te kunnen streven.

Maar goed, “we moeten ons invechten”, zo klonk het bij premier Rutte. Echter wordt invechten moeilijk, als je niet weet in welke richting je moet vechten. Het gebrek aan representatie en diversiteit lijken bepaalde functies en beroepen ontoegankelijk voor minderheden. Zo sluiten werkgevers hun deur voor het bewezen profijt dat ze uit diversiteit kunnen halen, in een steeds meer globaliserende arbeidsmarkt.

“we moeten ons invechten”

Bijgevolg moet het Nederlands feminisme komen met échte oplossingen voor álle vrouwen. Oplossingen die de dubbele-achterstelling van vrouwen met een migratieachtergrond erkennen. Ik maak er mijn persoonlijke missie van om deel te worden van die beweging. Enerzijds door het Feminisme te dekoloniseren, hier bij Vileine. Anderzijds via de lancering van een nieuw collectief: IamSHERO. Een initiatief dat zich inzet voor het creëren van gelijke kansen en diversiteit voor vrouwen op de arbeidsmarkt.

Want naast invechten moeten we vooral samen vechten en samenwerken. Dit doen we bij IamSHERO, door een leerplatform te creëren waar de invloedrijke carrièrevrouwen van Nederland, mentor worden van ambitieuze jonge vrouwen met een migratieachtergrond. Samen vormen we de stemmen van een nieuwe kleurrijke generatie. Want, dat die toekomst niet meer enkel wit zal zijn, daar kunnen we onmogelijk omheen. Dat die toekomst vrouw zal zijn, dat kan ik je beloven.

Nog even wachten dus met onze kumbayas. Gelijke kansen en proportionele arbeidsparticipatie zijn nog ver te zoeken. Het Nederlands feminisme heeft daarom meer inclusie en meer pit nodig. Een beetje zoals de Afrikaanse keuken. Dat vooroordeel klopt dan weer wel.